Terwijl de meeste klassiekers nu veilig, warm en droog in de winterstalling staan zijn er toch nog enkele die hards die weer en wind trotseren om met hun klassieker te rijden. Ook deze maand heeft dat weer een aantal leuke spots opgeleverd.
Bentley S2 Continental Mulliner Flying Spur
De eerste spot van dit overzicht komt uit het zonnige Saint Tropez. Deze Bentley S2 Continental Mulliner Flying Spur in een zeer aparte kleurstelling is gebouwd bij de Londense carrosseriebouwer Mulliner. In de Bentley S2 Continental reeks waren drie verschillende carrosserie vormen, te weten een coupé, coach en als laatste de afgebeelde sedan. Deze auto, die aangedreven werd door een 6230 cc metende V8 met een maximaal vermogen van 200 pk had een voor zijn tijd respectabele topsnelheid van 185 kilometer per uur. Voor de gemiddelde sedan bezitter in 1959 een ware droom. De versie van Mulliner, - ook Young en Park Ward voorzagen deze auto’s van carrosserie - , is 388 maal gebouwd en daarmee de minst zeldzame van het stel. Dit neemt echter niet weg dat het leuk is om de verre voorganger van de Continental Flying Spur een keer te zien.
Bugatti Type 37
Dit is al de tweede Bugatti in twee maanden die we op klassiekergespot mogen verwelkomen! Dit is vrij uniek gezien de extreme zeldzaamheid en dagwaarde van deze auto’s. Deze Type 37, die gespot werd in spotstad in opkomst Barcelona, rolde de poorten van de fabriek in Molsheim uit in 1926. Deze auto kreeg hetzelfde onderstel en dezelfde carrosserie als zijn voorganger, de Type 35 was voorzien van een destijds nieuwe 1.5 liter 4-in lijn motor met 60 pk. Dit was gezien het zeer lage gewicht van de auto, 750 kilo, genoeg om zijn concurrenten volledig de baas te zijn. Er was ook een supercharged versie, die een vermogen produceerde wat schommelde tussen de 80 en 90 pk. Gezien de trommelremmen waarmee deze auto was uitgerust geen auto voor watjes!
Hispano-Suiza HS 26 Cabriolet Van Vooren
Frankrijk is een land dat momenteel weinig écht opwindends te bieden heeft op het gebied van auto's. De Veyron is eigenlijk al niet meer Frans te noemen, wat er dan resteert is een aantal snelle Renaults. Vroeger was dat anders. Talbot-Lago, Delahaye en Bugatti produceerden zowel luxe auto's als waanzinnig snelle GP-racers. Delage, Hotchkiss, en Hispano-Suiza zijn drie andere schitterende merken die vroeger, heel vroeger, bijzondere, luxe en kostbare auto's bouwden.
De naam zegt al genoeg over de afkomst, van oorsprong is het een Spaans merk. Echter, omdat de afzetmarkt in Frankrijk veel groter was werd er in 1911 een fabriek gelanceerd in Parijs. En daarnaast is het gewoon een leuke vergelijking. Tegenwoordig zijn er maar weinig vergelijkbare producenten.
Om dieper in te gaan op de auto zelf: de HS26 is één van de modellen die door de Franse divisie werden gemaakt. Van 1931-1934 rolden ze van de band, uitgerust met een 4,6 liter zescilinder, en uit te rusten met een koets van één van de vele koetsenbouwers die er toen nog waren. Het afgebeelde exemplaar is door Van Vooren voorzien van een body.
Jaguar C-Type
Net als de bovenstaande auto is deze Jaguar C-Type of XK-C 120 een volbloed racer die gebaseerd is op de Jaguar XK120. Deze auto, geïntroduceerd in 1951 was voorzien van 3.442cc grote 6-in-lijn met 204 pk. Hiermee kon de C-Type een topsnelheid bereiken van 230 kilometer per uur. Met de helft van het aantal cilinders kon hij concurrenten als de Ferrari 340 Mexico zonder problemen bij houden. De Jaguar, die geheel opgebouwd was uit een buizen constructie vormde een kooi om de bestuurder waardoor de auto erg stijf was en de bestuurder bij crashes enigszins beschermde. Het gehele front was motorkap, dit vergemakkelijkte het sleutelen aan de auto enorm doordat men er veel beter bij kon. In 1954 viel het doek voor deze auto en werd hij opgevolgd door de Jaguar D-Type die de strijd aan moest gaan met de Mercedes-Benz 300SLR.
Lancia Aurelia B20S
Lancia is bekend geworden door al in 1950 V6 motoren te introduceren in de Aurelia. Zo ook in de hier afgebeelde Aurelia B20S. Deze coupe, die op de markt kwam in 1951 was ontworpen bij Ghia maar werd vreemd genoeg gebouwd bij Pininfarina. Hij werd aangedreven door een 1.996 cc grote V6 en had een topsnelheid van 160 kilometer per uur. Destijds revolutionair, zeker in combinatie met de gebruikte cilinderopstelling. Deze motor werd echter al vrij snel opgevolgd door een tot 2.451 cc opgeboorde V6 die 115 pk leverde in plaats van de oorspronkelijke 80. Met een productie aantal van 3.871 exemplaren niet extreem zeldzaam. Helaas zijn er veel verloren gegaan door Lancia’s grootste vijand, de roestduivel.
Maserati Merak SS
De Maserati Merak was een auto die moest concurreren met de Ferrari Dino en de Lamborghini Urraco. Omdat deze auto’s slechts 220/230 pk hadden werd besloten de 2.965 cc V6 (van Maserati) uit de Citroën SM te gebruiken in de Maserati Merak. De auto kreeg hierdoor veel kritiek gezien de wat magere prestaties en slechte afwerking. Daardoor besloot Maserati in 1976 de snellere en lichtere Merak SS te introduceren. De auto, die 15% meer vermogen kreeg had nu 220 pk en hiermee was een topsnelheid van 245 kilometer per uur haalbaar. Daarnaast verloor de Merak SS ook een royale 152 kilo tegenover de gewone Merak. Vanaf 1977 werd deze ook nog voorzien van het interieur van de stuk chiquere Bora. Als laatste werd de auto weer voorzien van Maserati vering in plaats van het hydraulische systeem van Citroën. Een vrij zeldzame auto waarvan er slechts 224 exemplaren gebouwd zijn.
Porsche 356A Speedster
Speciaal voor de Amerikaanse markt ontstond een goedkopere uitvoering van de 356 Cabriolet, de Speedster. Deze auto was bedoeld voor amateurraces en was erg oncomfortabel. De koper had standaard de keuze uit twee verschillende motorblokken, te weten een 1.5 en 1.6 liter 4 cilinder boxer motor met 55 of 75 pk. De op het oog onschuldige 100 cc gaf wel een fors verschil in topsnelheid, 160 tegen over 190 kilometer per uur! Echter was tegen een riante meerprijs bijna elk Porsche motorblok leverbaar in de Speedster. Dit model, dat is gebouwd van 1954 tot 1958 is 4.854 maal van de band gerold in Zuffenhausen en het grootste deel van deze oplage is dan ook richting de VS verscheept. Tegenwoordig is dit uitgeklede model een veelvoud waard van zijn luxere broer, de 356 Cabriolet.
Rolls-Royce Phantom III
De laatste vooroorlogse Rolls-Royce was de Phantom III. Dit model, geïntroduceerd in 1936 was op opvolger van de Phantom II. Deze auto, voorzien van een aluminium 7,3 liter V12 produceerde 180pk waarmee ondanks het hoge gewicht – de auto weegt 2.631 kilo - een topsnelheid van 145 kilometer per uur mogelijk was. Van 1936 tot 1939, het jaar van het uitbreken van de oorlog zijn er 727 stuks geproduceerd. Deze auto werd nog als geheel geleverd inclusief carrosserie. Na de oorlog werd het rolling chassis opnieuw populair en werden het gouden tijden voor carrosseriebouwers. Een zeer imposante auto al met al.
Rolls-Royce Phantom V James Young
In 1959 werd de duurste auto ter wereld, de Rolls-Royce Phantom IV opgevolgd door de Rolls-Royce Phantom V. De auto werd op diverse punten gemoderniseerd, zo werd de 8-in lijn motor vervangen door een V8 en kreeg de auto in plaats van een hand versnellingsbak een automaat van General Motors. In tegenstelling tot zijn voorganger was de Phantom V ook voor de ‘gewone man’ beschikbaar. Zijn voorganger was voorbehouden aan koninklijk huizen en staatshoofden en zodoende slechts 18 keer geproduceerd. De Phantom V oversteeg dit aantal met maar liefst 498 stuks. Dit komt dus neer op een productie aantal van 516 Phantom V’s. Deze auto heeft een carrosserie meegekregen van James Young, hoeveel auto’s met dit carrosserie zijn geleverd is gissen, veel zullen het er echter niet zijn.
Rolls-Royce Silver Cloud II H.J. Mulliner Drophead Coupé
Rolls-Royce's bekendste klassieke model is waarschijnlijk de Silver Cloud. Deze auto werd geïntroduceerd in 1955 en was voor zijn tijd zeer modern. De auto, die 5.38 meter lang was werd beschouwd als een kleine Rolls-Royce, wat allerminst het geval was. Dit onderstaande model is gebouwd op basis van de Silver Cloud II. Van de Silver Cloud II zijn er 2.418 exemplaren geleverd, waarvan 107 met open dak van de bekende Londense carrosseriebouwer Mulliner. De auto werd aangedreven door een 6.230cc metende V8 die 185 pk produceerde. Hiermee werd een topsnelheid van 183 kilometer per uur mogelijk. De Silver Cloud III bereikte ondanks het gewicht van 2.113 kilo zelfs een topsnelheid van 198 kilometer per uur.
Geschreven door Mats Lemmers & Jim Appelmelk