Topspots KG!

Topspots KG!

Na een lange stilte zijn er alweer veel topspots verzameld op KG, auto's uit de oudheid die erg moeilijk te spotten zijn dus. Moeilijk te spotten? Ze zijn toch allemaal moeilijk te spotten? Het is inderdaad waar dat heel veel klassiekers het loodje hebben gelegd, dan wel wegens de niet zo waterdichte antiroestmethode uit het zuiden van Europa, dan wel overleden uit ouderdom. Sommige zijn nog goed onderhouden in de afgelopen "“ soms wel meer dan 60 "“ jaren, en wie goed en vaak zoekt komt ze nog wel tegen.

Armstrong Siddeley Hurricane



Al eerder werd er een Armstrong Siddeley Hurricane gespot, ook al een cabriolet. Verkijk je niet op die laatste opmerking want de auto was alleen leverbaar als cabriolet, de coupé had namelijk de naam "Typhoon". En waarom zou de sedan dan niet ook nog een aparte naam hebben? Inderdaad, die heette Lancaster. In totaal zijn er 12.470 exemplaren gebouwd van alle modellen uit deze serie, waarvan de open versie gek genoeg de overhand heeft. Het model moest het tussen 1945-1952 opnemen tegen met name Jaguars, maar het merk stond wel iets lager in het segment. Zo lag er voorin een zescilinder die rond de zeventig pk leverde waar Jaguar destijds met minstens honderd pk op de proppen kwam. Desalniettemin is een Armstrong Siddeley een stuk bijzonderder op KG, omdat je ze minder tegen komt en omdat het merk al voor 1960 het loodje legde.

DB4 GT Zagato



Een echte all-time-classic is de onbetaalbare DB4 GT Zagato, een auto die bekend is om meerdere redenen. De DB4 GT reed mee in Le Mans en de Zagato versie heeft zelfs ook nog een keertje 9 uur mee gereden. Daarnaast was de auto voorzien van een zeer bijzonder koetswerk uit de schappen van Zagato. Het waren bijzonder dure auto's en zodoende werden er maar 19 van geproduceerd. Een echt exemplaar is dus haast onspotbaar, hoewel niemand weet of het afgebeelde exemplaar niet toevallig echt is. Er zijn erg veel replica's, maar wel hoogaardige op basis van een DB4 of zelfs een DB4 GT. Naast de bijzondere koets stond de auto op een tot 230 cm ingekort chassis en was het vermogen van zo'n 266 pk opgeschroefd tot 314 pk. De auto haalt daarmee ongeveer 250 km/u. Verwacht een prijs van rond de miljoen euro, en dat nog zonder een geschiedenis van racesuccessen (die de auto nooit had).

S1 Conti PW DHC



Bij de topspots zijn de Bentley's met speciaal koetswerk vrij normaal. Een contradictio interminis? Misschien, want ze worden met enige regelmaat gespot. Van de zeldzame klassiekers is het zonder meer één van de beter bruikbare modellen. Aangezien er van alle typen in totaal nog best wat rond rijden is het toch weer iets dat we vaker zullen gaan zien. Maar welke precies blijft altijd de vraag. In dit geval gaat het om een van Park-Ward Drophead koets voorziene S1, waarvan er samen met de coupé variant 187 zijn geproduceerd. De dichte versie is ook op KG te vinden. Samen met de Continental Mulliner was het de meest verkochte afgeleide van de S2, er waren namelijk ook koetsenbouwers die het veel exclusiever hebben gehouden, zoals Franay, Graber, Hooper en James Young.

S2 Continental Mulliner Flying Spur



Een andere zeldzame spot die mee is gekomen uit Londen is een Bentley S2 met redelijk zeldzaam koetswerk van Mulliner. Deze koetsenbouwer bouwde 222 auto's op basis van de Bentley S2, waarvan in totaal 388 Continental's verschenen. Een deel ervan is uitgevoerd als sedan, op 2.308 exemplaren van de hele S2 reeks dus erg weinig. Maar in Londen is alles mogelijk, daar worden regelmatig Bentley's en Rolls-Royces met de zeldzaamste koetswerken op straat geparkeerd. Continental houdt trouwens in dat de auto voorzien is van een aluminium carrosserie en 10 pk meer heeft dan de standaard S2, 200 pk dus. Dat vermogen werd geleverd door een 6,2 V8 motor, waarvan we nog steeds regelmatig een derivaat tegenkomen in de Arnage.

Bristol 404



Bristol is vlak na de tweede wereld oorlog ontstaan uit een vliegtuigmerk en begon toen met het in licentie bouwen van BMW's. De modellen 327 en 328 van BMW heetten toen Bristol 400, maar ook latere modellen hadden nog steeds die BMW's als basis. Ook de 404 uit 1953, nog steeds met de 1.971 cc metende zes-in-lijn voorin die in de jaren '50 ook nog in BMW's werd gebruikt. De 404 was alleen leverbaar als coupé, later kwam de 405 die als sedan werd geleverd, overigens zijn er 43 exemplaren met open tweedeurskoets door Abbott geproduceerd. De 405 is dus minder zeldzaam dan de 404, waarvan er maar 52 zijn gemaakt. Het is dan ook de kostbaarste variant, met een huidige waarde die bijna drie keer zo hoog is als die van de 405.

DeTomaso Pantera



Ze lijken wel van de aardbodem verdwenen te zijn, de Pantera's. Als ik het me goed herinner zijn er meer dan zevenduizend van geproduceerd. Waar ze zijn gebleven? Een grote badge van de auto's blijkt niet goed tegen roest te kunnen, en dat kennen we wel van klassiekers uit Zuid-Europa. Zo ging het ook met vele Renaults, Fiats, Alfa-Romeo's en Citroëns. Dan nog vind ik twee Nederlandse gespotte exemplaren wel erg weinig, vind je niet? Anyway, we zullen er nooit achter komen. De auto is trouwens sinds 1970 in productie en was tot in de jaren '90 leverbaar, eveneens met een Ford V8. Aanvankelijk was het een 5,8 liter motor die 310, en later, in de GTS, 350 pk leverde. In de Pantera 200 uit de jaren '90 lag een Ford blok van net geen 5 liter en 500 pk! De "200' stond dan ook voor 200 mph, een erg grote vooruitgang op de ongeveer 250 km/u die de oudere modellen haalden. Van die laatste Pantera zijn er 38 gebouwd.

Isdera Imperator 108i



De meeste merken kennen we allemaal wel van de minder zeldzame modellen, maar een Isdera is zonder meer een echte topspot. We zullen de uitspraak "mooiste auto die ik ooit heb gezien", maar even niet te letterlijk opvatten, want het is zeer discutabel, maar het zal me niets verbazen dat geen enkele andere spot nog excentrieker is dan deze. De auto is afgeleid van een conceptcar van Mercedes van de midden jaren '70, de CW311. De Imperator 108i kwam echter pas veel later, in 1982. In deze Isdera ligt een Mercedes V8 van 5,6 liter, goed voor 300 pk. Hoewel de auto maar 1.250 kilo weegt, kost het nog bijna 6 seconden de honderd te halen. Niet traag, maar sneller was wel te verwachten. De topsnelheid is 282 km/u.

Jensen C-V8



In Engeland wordt een grote collectie aan kleine merkjes geproduceerd, waarvan Jensen ere en is die nog steeds nieuw wordt aangeboden. Zo zagen we laatst de uiterst zeldzame S-V8 verschijnen, het grappige van dit merk is dat (net als bij Bristol) de klassiekers makkelijker te spotten zijn dan de moderne modellen. Meestal is het een Interceptor, het bekendste model van Jensen en ook het meest succesvolle model afgezien van een product in samenwerking met Healey (de Jensen-Healey). Er werden er meer dan zevenduizend van gebouwd. De voorloper ervan, de C-V8, was een stuk zeldzamer. De auto werd ook maar een paar jaar gebouwd (1962-1966) en in die tijd leverde het de fabriek maar 500 orders op. Een andere leuke overeenkomst met Bristol is trouwens "“ om er nog even op terug te komen "“ dat hetzelfde motorblok erin ligt! Een 6,3 V8 van Chrysler, degelijke power uit de States die je niet gauw zal verwoesten. 304 pk in de Jensen, later, in de Bristol 411, 340 pk.

Maserati Mexico



Maserati's worden tegenwoordig massaal verkocht. Kijk maar naar de Quattroporte, de Coupé GT en ook de GranTurismo. Vroeger waren het veel exclusievere auto's, duurder, zeldzamer en dichterbij merken als Ferrari en Lamborghini. De Maserati Mexico moest het opnemen tegen de Ferrari 330 en de Lamborghini 400 GT, hoewel de Maserati overduidelijk een stuk lager was geplaatst. Desalniettemin zijn ze een stuk zeldzamer dan de 330. De auto was net als andere modellen uit die tijd leverbaar met twee V8 motoren: een 4,2 die 260 pk levert en een 4,7 die 300 pk levert(afgebeeld), beide opmerkelijk laagtoerige motoren voor zo'n Italiaans raspaard (maximaal zo'n 5.500 min-1). Na maar 482 exemplaren werd de auto vervangen door de Khamsin, die het nog een fractie slechter deed.

Mercedes-Benz 300 SL Roadster



Een klassieker die zo veel gewaardeerd wordt dat hij AG zelfs haalt is de bijzonder kostbare 300 SL Roadster, gebaseerd op de nog gekkere Gullwing. Zelfs mensen die zich van klassiekers distantiëren kunnen het model vaak nog waarderen, en terecht. Destijds was het een bijzonder dure aankoop, we praten over de midden jaren '50. Of de eind jaren '50, want opmerkelijk genoeg ging de Roadster in productie toen de Gullwing uit productie ging. De Gullwing werd bekend door onder andere het optreden in de Carrera Panamericana, een zeer zware race die onder andere over de onverharde wegen van Mexico leidde. En met die overwinningen is de Roadster dus ook aan het pronken, gezien de huidige waarde van over de twee ton. Met 1.858 exemplaren is de auto iets minder zeldzaam, maar het model was ook langer in productie (1957-1963 tegen 1954-1957).

Silver Wraith L.W.B. Landaulette



Sommige auto's zijn zo erg zeldzaam dat je er alles voor doet om ze zo snel mogelijk te uploaden. Zo stond deze auto destijds twee keer in de queue, met een paar uur tijdsverschil! Het is dan ook wel echt één van de bijzonderste Rolls-Royces die we de laatste tijd tegen zijn gekomen op KG. De afgebeelde auto is gebouwd vlak na de tweede wereldoorlog als opvolger van de Wraith, zonder "Silver" dus. Deze auto werd in allerlei vormen op de markt gebracht in de leuke cultuur van "zoek er zelf maar een koets bij", wat bij auto's als de Silver Cloud toch duidelijk minder het geval was. Ook was er een langere versie met meer beenruimte, zoals de afgebeelde. Daar waren er maar 639 van, ook met een grote variatie in koetsen zoals deze Landaulette. Dan kan het passagiersgedeelte open, een zeldzame optie die na die tijd nog in mondjesmaat voorkwam op auto's als de Phantom V. Reden genoeg voor een vermelding!

RR Phantom VI



Dat Rolls-Royces dure auto's zijn staat buiten kijf, maar mensen die roepen dat het de allerduurste auto's ter wereld zijn, zijn te vergelijken met de mensen die we hier bespreken. Of ze zijn blijven hangen in de jaren '70, '80 en '90, waarin de Phantom VI leverbaar was. Zeer dure auto's waren toen de Aston-Martin DBS en Lagonda, de Ferrari 365 serie en de Mercedes 600 Pullmann, maar er kan maar één winnaar zijn en dat was de Phantom VI, die hier erg ver boven uit stak. Omgerekend naar nu zou de auto ongeveer twee miljoen euro kosten. Het is duidelijk dat we het met een korreltje zout kunnen nemen, maar het was destijds zonder meer het duurste serieproduct uit de automobielindustrie. Er werden in een vrij lange periode van 23 jaar, waarin de auto eigenlijk al erg verouderd was, dan ook maar 374 exemplaren verkocht.

AM Short Chassis Volante



Wederom sluiten we af met een Britse auto, het was inmiddels wel opgevallen dat de collectie topspots voornamelijk is opgebouwd uit Engelse auto's. Dit is een Aston-Martin "Short chassis Volante", een soort interim model waarmee de term "Volante' werd ingewijd. De open versies DB5 en voorgaande modellen werden namelijk gewoon "Convertible" genoemd. Maar het gaat niet alleen om de naam, ook om details. In wezen was het een DB5, maar er zaten veel DB6 details op en ten opzichte van de DB6 had de auto een korte wielbasis, het was echter gewoon dezelfde wielbasis als de DB5. De auto verschilde van de DB5 in een aantal details, zoals het interieur, de gesplitste bumperunits, en de grotere "brievenbus" op de motorkap. Na 37 exemplaren ging de auto alweer uit productie en kwam de DB6 Volante ervoor in de plaats. Met 178 stuks is ook die auto heel erg zeldzaam.

Reacties op dit artikel