Shooting Brakes en andere bijzondere Britse beulen

Shooting Brakes en andere bijzondere Britse beulen

We kennen ze inmiddels allemaal wel, de rare varianten op een supersporter. Met name de shooting brakes zijn aan bod gekomen, een begrip dat geïntroduceerd is door Aston Martin, maar eerder al werden er wel vreemde brakes gemaakt op basis van bijvoorbeeld Bentley's en Mercedessen. Echter, dat zijn auto's die het productiestadium nooit hebben gehaald. Met name Aston Martin schopte het zo ver dat ze bepaalde modellen in gelimiteerde series konden verkopen als brakes, zoals de DB5 en de Virage. Dan is het leuk om te ontdekken dat iemand in Nederland er in heeft geïnvesteerd. Lees meer over rare stations en een tweetal andere exoten in ons eigen platte landje.

Om te beginnen de DB5, een auto die bekend is geworden in de James Bond film 'Goldfinger' uit 1964. Dat was natuurlijk gewoon de conventionele two-door-saloon, ook al een rariteit opzich om over de convertible nog maar te zwijgen. Echter, voor de echte freaks was er iets heel erg bijzonders en excentrieks, een stationcar! Carossier Harold Radford, die ook al enkele aparte uitvoeringen maakte voor Rolls-Royce en Bentley, bouwde voor Aston Martin twaalf van deze Shooting Brakes, overigens wel allemaal driedeurs varianten waar we bij een brake meestal denken aan een vijfdeurs. Verder was de auto helemaal gelijk aan de saloon.




Het verhaal had echter nog een heel lang staartje, want na de DB5 werden er ook nog vier DB6'en gebouwd als stationcar voor mensen die graag niet alleen ruimte voor hun De Waard tent achterin hadden maar ook erg hard wilden. Waar we tegenwoordig een veelheid aan Shooting Brakes hebben, - denk aan de RS4 Avant, AMG Combi's, en M5 Touring -, was het concept in de jaren 60 nog heel erg bijzonder. Na de DB6 was het weer even stil, want van de DBS werd er maar één gebouwd als praktische brake. In 1987 kwam Roos Engineering met een stationcar op basis van de Lagonda Saloon, maar ook dat bleef beperkt tot slechts één exemplaar. Het duurde tot 1992 voordat er weer een 'serieproductie' stationcar kwam. Als basis diende het nagelnieuwe model van Aston Martin, de Virage. Fabriek af kostte de auto £165,000, daarmee was het de kostbaarste Aston ooit gebouwd. Naar schatting werden er overigens maar vier gemaakt, maar voor een dergelijke auto is dat nog heel wat. Dat was de driedeurs versie. In 1994 kwam er een zeer ruime vijfdeurs versie die zelfs in de bagageruimte nog twee zetels had om aan een totaal van 7 mensen plaats te kunnen bieden. Ook van deze auto werden er maar een paar gebouwd, sommige met een Lagonda badge en andere met een Aston Martin badge. Het waren ditmaal conversies van de Works Service van Aston Martin zelf, waar de DB5 een koets kreeg van de onafhankelijke koetsier Harold Radford.



Na deze bijzondere brakes verschenen er nog wat varianten, zoals een Virage Saloon in de geest van de Lagonda Saloon en de ook erg aparte Lagonda Series I op basis van de DBS uit de mid jaren '70. Als opvolger van de Virage driedeurs brake verschenen er één of twee exemplaren van de V8 Shooting Brake tussen 1997 en 1999.

Een andere aparte stationcar kwam van Jaguar, een merk dat eigenlijk alleen wat bekendheid heeft verworven in de wereld van de Shooting Brakes met hun XJS Eventer. Echter, dit met Nederlands kenteken uitgeruste exemplaar getuigt van een soort serieproduct. Erg veel is er niet over te vinden, om precies te zijn helemaal niets, maar dat maakt niet zo veel uit. De beelden zijn het belangrijkste, over de basis van de auto valt genoeg te vinden. Dat is namelijk iets in de geest van een XJ40 of een XJ81, de verzamelnaam voor de Jaguar Saloon uit het begin van de jaren '90, waarbij de XJ40 een zescilinder aan boord heeft waar de XJ81 een V12 voorin had. De foto's spreken zoals gezegd voor zich, en wie meer weet over het model, schroom niet om er iets over te melden want er is niets over te vinden!




Over een auto die stukken opvallender en kostbaarder is, is in het geval van de XJ220 veel meer te vinden. In 1992 ontwikkelden de werknemers van Jaguar bij wijze van hobbyprojectje in de vrije uren de Jaguar XJ220, als antwoord op auto's als de Porsche 959 en de Ferrari F40. Het zou een auto worden met een V12 van 6,2 liter, maar uiteindelijk werd het een 'magere' V6 met een twinturbo die alsnog 542 pk leverde, alsnog meer dan de aanvankelijke V12 van 6,2 liter (500 pk). Toch werden vele orders geannuleerd en in combinatie voor de magere markt voor supercars aan het begin van de jaren '90 en de absurd hoge prijs van 361.000 pond werden er tussen 1992 en 1994 281 exemplaren verkocht. Destijds wist de auto met zijn 350 km/u en fenomenale acceleratie "“ zie het filmpje van de Zonda tegen de XJ220 "“ het Guinness Book of Records te halen voor een andere Brit de positie overnam, dat was de McLaren F1.



Hoeveel van die 281 exemplaren komen vandaag de dag nog eens naar buiten? We kennen er hier in ieder geval een stuk of zes. Één van de exemplaren die Nederland rijk is figureerde in een reclame voor Glorix, en dat is hoogstwaarschijnlijk het afgebeelde exemplaar.

Een veel minder bekende supercar van Jaguar is de XJR15 uit het begin van de jaren '90. Hier lag een uit de racerij afstammende V12 in (uit de XJR-9) die 6,0 liter mat en 450 pk leverde. De auto was grotendeels opgetrokken uit koolsofvezel en kwam voort uit een project van Jaguar Sport en Tom Walkinshaw Racing aan de hand van een conceptcar genaamd R9R.In 1990 ging de auto in productie, en was met een 0-100 tijd van 3,1 seconde de snelste serieproductieauto, hoewel hier verder nooit erg veel aandacht aan is besteed. Waarschijnlijk omdat het Guinness Book of Records zich meer richt op de topsnelheid, waar de 298 km/u van de XJR-15 bij haast elke enigszins serieuze sportwagen van tegenwoordig verbleekt. Verder is het natuurlijk niet erg relevant. De auto is namelijk juist een alternatief geweest voor klanten van de XJ220 die teleurgesteld waren om de zescilinder uit de XJ220, waar de XJR-15 een V12 had en in de praktijk nog sneller was. Maar veel bekendheid haalde de auto niet en ook laat de auto zich maar heel erg zelden op de openbare weg zien, want we moeten de eerste op Autogespot nog verwelkomen. Hier is in ieder geval al wat beeldmateriaal van de XJR-15 uit een Nederlandse collectie.

Reacties op dit artikel