Mille Miglia: de barre tocht door Italië deel vier

  • Marc
  • 24-05-2010 18:48
  • 2207
  • 7

Mille Miglia: de barre tocht door Italië deel vier

We zijn aangekomen bij het vierde en laatste deel van het avontuur van Marc. Hij reed de Mille Miglia in een Fiat 750 Zanussi deze barre tocht. In de vorige delen konden jullie lezen hoe het hem verging in Italië. Nu zijn we aangekomen bij zijn slotstuk.

De wekker ging na twee minuten al weer af, mijn hemel, heb ik 'm niet goed ingesteld? Neee, zeker niet. Het was gewoon tijd! Allemachtig! Maar het was de grote dag voor ons. Hier deden we het allemaal voor. We hadden een paar doelen voor ogen. Eén van de belangrijkste was dat we onze vrienden weer konden treffen op de Futapas want daar was vorig jaar de liefde voor de Mille Miglia echt ontsproten en de eerste plannen gesmeed om ook mee te doen. Het was een droompje van ons beiden om met onze vrienden die pas over te scheuren. Wat zou dat een kick geven. Een tweede doel was om nog Maranello te halen om over het fabrieksterrein te rijden met Brum. Als laatste wilde we natuurlijk bij Brescia het podium op rijden. Maar de grote vraag was of Brum het zou houden. Ik had me voorgenomen om niet meer dan 3500 / 3800 toeren te draaien en nog rustiger te schakelen dan ik al deed.



De start was niet geweldig. Het regende pijpenstelen! Met een paraplu boven je hoofd wachten op het vertrek. Als je geen plu gebruikte dan liep Brum vol als een badkuip. De start was weer een puinhoop. Geen begeleiding in een stad als Rome is dus een gigantische chaos. Alle verhalen over het verkeer zijn waar dus we gedroegen ons er ook maar naar. Geen regels, veel toeteren en voorkruipen. Dat ging me steeds beter af en werd ook door de andere verkeersdeelnemers geaccepteerd. Een hele club onder leiding van de BMW's reed tot onze stomme verbazing verkeerd. Toch besloten we er achteraan te rijden want als we ze kwijt waren en alleen reden in deze stad en dan verkeerd reden dan waren de rapen gaar. Gelukkig waren we weer snel op de route en reden we in de stromende regen de stad uit. Een verre van idyllisch stuk. Geen toeschouwers, veel verkeer en verkeerslichten. Na anderhalf uur rijden was het weer droog. Het werd ook wel tijd, want ook de regenpakken hielden niet al het vocht tegen. De handschoenen waren kletsnat en niet tegen de regen bestand.

Al gauw kwamen de eerste bergen op ons af. We reden een tijdje op met een Austin Healey met Nederlanders. Die moesten plots heel hard remmen achter een paar Ferrari’s. De auto schoot de berm in en rolde daarna naar een parkeerplaats. Later bleek dat ze door hun remmen hadden getrapt. Maar Brum deed het prima! Geen geluid of iets wat er op leek. Langzaam, heel langzaam, begonnen we er in te geloven dat we wat doelen gingen halen vandaag. Onderweg kwamen we door prachtige stadjes. Het verveelt nooit, al die aandacht van het publiek. Het zwaaien was nooit vermoeiend of vervelend. Toch moet ik bekennen dat ik wel erg gefocust bleef op die verrekte dif. Soms vergat ik te genieten van het moois, want ook het weer werd geweldig. Ik wilde eigenlijk niet proberen iets te horen. Maar onbewust was je er wel alert op.



We zouden lunchen in Buonconvento en het zag er naar uit dat we dat mooi op tijd zouden halen. Bij binnenkomst van de eerste straten stonden ze er weer! Springend en juichend werden we weer als helden onthaald. Heerlijk, heerlijk. Wat een rijkdom om zoveel warmte en aanmoedigingen te krijgen van je vrienden. We stopten even en vertelden dat de auto zich prima houdt. We spraken af in het centrum om even wat te eten. Eenmaal het centrum binnengereden stonden de mannen er al weer. Met achter ons de heren Häkkinen en Coulthard in de "taxi". Toch wel wijs om zo binnen te komen! Aan aandacht geen gebrek en dat maakt de Mille Miglia zo speciaal, omdat al die mannen zo om onze auto stonden te springen trok dat erg veel publiek, in de kennelijke veronderstelling dat we erg bekend waren. Leuk hoor, om je even filmster te voelen!

Maar veel tijd hadden we niet. Snel even wat eten halen bij de tent en dan weer door. Nu moesten we de Futapas halen. Daar zouden we weer de groep ontmoeten. Het werd spannend. Gauw de auto in. Houdt Brum het nog steeds? Toen tikte Mirella mij aan dat ze wat hoorde...damn.... ze zal het wel verkeerd hebben. Ik had mijn oordoppen in en dan hoor je minder. Ik wilde ze niet uit doen. Ik zei dat ik nu door zou rijden tot hij echt helemaal de geest zou geven. Maar stiekem hoorde ik ook af en toe wat. Nog iets voorzichtiger rijden dus met gas terugnemen weer de koppeling intrappen. Als ik dit tot Brescia moest volhouden dan deed ik dat, maar dan konden ze mijn linker been waarschijnlijk wel vanaf mijn lies amputeren daarna. Elke afdaling alleen op de rem en niet op de motor. Brum kwam dus letterlijk zoefend de bergen af. Saai, geen rochelend geluidje uit dat venijnige uitlaatpijpje. Alles voor het goede doel, die Futapas halen! Dat lukte! Kort voor de pas kwamen we onze grote fanclub weer tegen. Snel even tanken en bijkleppen en dan die pas op! Jongens, een geweldig hoogtepunt! Het was een bizarre hereniging daar op die pas. We reden nu zelf in zo’n oude auto als deelnemer! Ongelooflijk! Met een paar malloten met Ferrari’s er achteraan. Geweldig! Even was ik alle ellende van Brum vergeten. Ik hoorde niets en was alleen maar druk met rijden.



Aan het einde van de pas namen we snel afscheid van de groep. Ik wilde snel door, alsof er een tijd gebonden was aan de houdbaarheid van het dif. Vlak voor Bologna werd het geluid vanuit de dif erger. We hebben even op het punt gestaan om de stad en al het ander over te slaan en in één streep naar Brescia te rijden. Dat zou het dif zeker sparen. Maar wat zouden we dan allemaal missen? Neeeee, we wilden het rijden zoals het hoorde. Het eindpunt was niet heilig. De beleving wel en die konden we maar beter doen door de route te rijden. In je eentje 200 kilometer rijden is toch geen zak aan. Dan wel je handen omhoog op het podium in Brescia? Nee, dat doen we niet. Dus hup Bologna in. Wat een ontvangst weer. Fantastisch. Maar de drukte zorgde voor veel belasting op het dif en toen we de stad uitreden werd het lawaai echt heftiger. Hij begon echt heel hard te tikken. Je kon het ook voelen. Elke halve seconde voelde je een klap onder je kont. Niet echt comfortabel. Ik zei tegen Mirella dat ik echt zou doorrijden tot er echt geen tand meer op het dif zou zitten. Maranello was het doel. Ik moest steeds langzamer rijden omdat het tikken zelfs de toeschouwers opviel. Je zag ze zorgelijk kijken. Ik vroeg nog een keer heel optimistisch hoe lang het was naar Brescia. Nog een uur of drie... pffffffff... Dat gaan we niet halen. Gatver! Toch haalden we op ons tandvlees Maranello. Met veel lawaai reden we over een dood stuk Ferrari fabrieksterrein. Dat viel tegen zeg, we reden aan de andere kant de oude poort uit en reden door een haag van juichende mensen. Top. Maar Brum was dat allerminst. We kwamen bij de tijdcheck aan en konden gelijk door. Bij het opkomen van de koppeling in de eerste versnelling knapte het dif verschrikkelijk. Ik was bezig een dif in de vernieling te rijden, dat was duidelijk. Maar dat had ik met mezelf afgesproken: ik stop pas als Brum niet meer van z’n plaats komt. Zo kon ik Fiorano toch weer op. Zo, ook dat pakken ze me niet meer af. Ik reed niet harder dan 40 km/u schat ik, met veel kabaal. Geen vrolijke gezichten als ik voorbij kwam, vooral bezorgde blikken. Terecht, Brum was bezig zijn laatste adem uit te blazen. Ik zag het ook niet zitten om op Fiorano te stranden, dus hoopte ik dat hij het rondje kon afmaken. Dat lukte! Maar het lawaai was echt niet normaal meer. Het deed gewoon pijn aan je ziel om Brummetje zo op z'n lazer te geven. Gelijk na het circuit zette ik 'm even aan de kant. Na overleg met Mirella besloten we even buiten Maranello te stoppen waar assistentie weer mogelijk was om te bepalen hoe we nu verder moesten rijden. Zo ver is het niet gekomen. Ik zette ‘m in zijn eerste versnelling en krggggggg de laatste tanden lagen nu in een badje dunne olie in het dif. He-le-maal kapot. Brummetje was verlamd. Nu wist ik het zeker, dit was het einde van ons Mille Miglia avontuur. Ik baalde, maar besefte ook dat we toch, ondanks alles, ver waren gekomen door de inzet van Vito, vrienden en onszelf. We konden onszelf niets verwijten. Jammer, maar het hoort nu eenmaal bij dit spelletje.



Nu moesten we Brum nog een goed onderkomen geven. Hij moest natuurlijk terug naar Brescia, zijn thuishaven. We hadden een transponder bij ons die we konden gebruiken om medische en technische hulp in te schakelen. Dat kon met een eenvoudige druk op de knop. Dus we hebben gelijk op de knop voor technische ondersteuning gedrukt. We wachten tot op de dag van vandaag nog op een telefoontje! We hadden ook maar even de racedirection gebeld. Die verstaan geen Engels. Het is toch niet te geloven dat een rally van deze allure op dit niveau dit soort zaken zo afhandelt! Maar in de tussentijd komt er een oud Italiaans mannetje naar ons toe en probeert mij iets te vertellen. Hij wenkte me mee. Ik kan geen woord Italiaans maar zijn dochter, die in de voordeur van hun huis staat, kan wel Engels. Wat een wereldplek hebben die mensen!! Die wonen aan Fiorano en krijgen elk jaar de Mille Miglia langs de voortuin! De alleraardigste dochter zei in prima Engels dat ze hun auto wel uit de garage wilde halen zodat Brum er kon staan om de volgende dag te worden opgehaald door Vito. Geweldig! Wat een gebaar!



Inmiddels waren nagenoeg alle deelnemers al voorbij gekomen en konden mijn ouders met de volgauto ons ophalen. Ze hadden een pizza bij zich die nog nooit zo goed smaakte, pffff na zo’n ontlading komt de trek drie keer zo hard naar boven. Terugrijdend naar Brescia werd in de auto de race geëvalueerd. Was de race nou geslaagd? Gaan we volgend jaar weer meedoen? Was het volgens verwachting? We waren het er unaniem over eens: dit was een evenement wat we ons leven niet meer zullen vergeten! De toekomst zal ons leren of er nieuwe avonturen op komst zijn.

Wij willen iedereen bedanken die zijn enthousiasme en steun heeft gegeven voor, tijdens en na onze trip. In het bijzonder alle vrienden die ons door dik en dun hebben gesteund in de stadjes. Heel speciaal!

Reacties op dit artikel