Mille Miglia: de barre tocht door Italië deel drie

  • Marc
  • 21-05-2010 16:11
  • 2670
  • 7

Mille Miglia: de barre tocht door Italië deel drie

Gisteren en eergisteren konden jullie een verhaal lezen over het avontuur dat Marc beleefde tijdens de Mille Miglia, vandaag gaan we verder met deel drie. Val je nu net pas in het verhaal? Hier kun je deel één en deel twee lezen!

Vrijdagochtend moesten we er weer vroeg uit. We moesten volgens de organisatie om 8.01 uur starten. Die tijd was ons al doorgegeven op het Piazza delle Loggia op donderdag aan het einde van de ochtend op een knullig dun stukje papier. We hebben maar 3,5 uur kunnen slapen. We hebben snel wat ontbeten en dan buiten het hotel samen met mededeelnemers konden we wachten op een shuttle bus. Het busje kwam al snel aanzetten. Je raadt het al, er was niet genoeg plaats voor iedereen die stond te wachten. Echter, er leek ruimte voor twee personen in het achterste gedeelte waar alleen de koffers werden gelegd. Ik vroeg of het mogelijk was dat we dan daar zouden gaan zitten. Het was toch maar voor een paar minuutjes. Nee, dat kon niet. Maar tot onze stomme verbazing stapt er prompt een Italiaan achterin en voor we het in de gaten hadden reed de bus weg. Pffffff, lekker dan. De volgende bus kwam vijftien minuten later. We zouden nog genoeg op tijd zijn maar laat die chauffeur nu verkeerd rijden! We komen bij een afslag en die stond vast omdat daar vrachtwagens stonden die niet verder konden omdat er al auto’s van de Mille Miglia reden. He?? Nu al?? We waren toch op tijd? We kwamen ruim drie kwartier voor de start aan. Nou ja, het zal wel. We liepen naar de garage en zien dat al meerdere auto’s met startnummers rond ons nummer naar de start reden. We begrepen er niets van. We keken nog even op de start klok en die matchte met onze horloges. Vreemd. We besloten dan toch maar snel in de auto te stappen en ons ook naar de start te vervoegen. Zo gezegd gedaan. Het bleek een goede zet want we gingen netjes op volgorde van startnummer een kwartier te vroeg door de start. Tot op de dag van vandaag heb ik niet begrepen hoe dat kon.



Ach en wat maakte het ons uit. We gingen voor "Het Grote Genieten" dus we gingen er weer vol goede moed voor zitten. Toch zat me die klap van gisteren nog wel een beetje dwars. De uitleg van Vito stelde me niet helemaal gerust. De rit begon naar Imola. Dit was zo’n stuk waar ik als ik eerlijk ben, heel weinig aan vond. Je reed gewoon tussen het drukke werkverkeer van de vrijdag en er waren nog heel erg weinig toeschouwers langs de weg. We reden een hele lange rechte weg met om de haverklap een verkeerslicht. Steeds weer langs die rij die voor het verkeerslicht stond naar voren rijden. Dat was een groot voordeel van Brum. Omdat hij zo klein was kon je eigenlijk altijd passeren ongeacht de breedte van de tegenligger. Vlak voor we bij het circuit van Imola aankwamen meende ik bij het gas loslaten in de tweede versnelling een tik te horen. Ik begon een verband te leggen met de klap van gisteren en was er niet helemaal gerust op. Ik hoopte dat het gewoon "speling" was en bij de slijtageslag hoorde. Eén van de deelnemers had me moed ingesproken dat al die oude auto’s piepen en kraken en dat ik maar vooral moest doorrijden. Nu had ik overigens vandaag mijn oordoppen in. Hans had me aangeraden om oordoppen in te doen. Gisteren dacht ik nog dat voor dat kleine stukkie naar Bologna het wel zonder kon. Maar daar heb ik mij hopeloos in vergist. Mij oren piepten en suisden mega! Ik dacht dat met de leren flappen langs mijn oren het wel genoeg zou dempen. Niet dus. Die oordoppen voor de vrijdag waren dus een verademing. Alleen hoorde ik de auto en al zijn piepjes en kraakjes ook niet meer zo. Dat had ook z’n voordelen.



Aangekomen op Imola moesten we even wachten voor de eerste tijdpassage. Daarna konden we door de pitstraat een tijdproef doen op het circuit. We rijden en passant nog even langs vijf Ferrari 599 XX-en... opletten Marc! Nu is het Mille Miglia tijd. De man wenkte ons om de proef te starten en dat ging weer goed totdat ik weer hetzelfde voelde als bij de start van gisteren. Neeeeeeee, weer even geen power, het sputterde even maar daarna ging het prima! Pfffffff, was hij waarschijnlijk toch weer te warm geworden. Dus rustig reed ik mijn rondje over een leeg Imola. Hahaha, met Brum met vier (!) wielen over de MEGA kurbstones. Dat was stoer! Na het rondje konden we onze weg vervolgen richting onze lunchplek Urbino. Maar we reden nog niet de provinciale weg op of het gesputter begon weer! GVD... rustig blijven!! We zagen gelukkig een benzinestation vlak voor ons en we haalden het hortend en stotend. We zijn eerst maar even gaan tanken. We bleken genoeg voorraad te hebben, maar de meter gaf toch echt aan dat er niet zo heel veel meer in zat. Nu maar weer starten en kijken of Brum er zin in had. Ja hoor, dat had hij! Alsof er niks aan de hand was. Vanaf nu had ik me voorgenomen om altijd de extra fan die gemonteerd was, te gebruiken als we heel langzaam reden of stil stonden. We hebben de rest van de race het probleem niet meer gehad.



Maar het tikken met gas terugnemen werd steeds erger en was nu ook hoorbaar in de derde en vierde versnelling. In de bergen werd het steeds erger. We moesten naar San Marino en dat was flink klimmen. Om het differentieel te sparen (we dachten toch dat het daar vandaan moest komen) reed ik minder toeren en als ik gas los liet trapte ik altijd gelijk de koppeling in. Bwoahhh, mijn linker bovenbeen kreeg het zwaar. Zo kwamen we helemaal boven in San Marino. Wat een wereldplek! Maar ook hier weer lang wachten en in de rij staan. Prins Bernard Junior zagen we met panne staan. Hij bleek daar ook te zijn uitgevallen. Jammer. Uiteindelijk mochten we na lang wachten naar het centrum. Daar stond ons weer een stempeltje te wachten. Maar vlak daarvoor was een heel steil stuk met op het hoogste punt gelijk een 180 graden krappe linksom draai. Laat er nu vlak voor me een Mercedes-Benz SL die draai niet kunnen maken. Dus ik moest op de rem en stond op het steile stuk. Dit was verre van prettig. De handrem van Brum is moeilijk bereikbaar dus ik moest het met alleen de koppeling doen en een hoop gas om weer van de plek te komen toen die SL na twee keer steken de bocht had gehaald. Ik wilde juist mijn dif sparen maar met zo’n helling gaat dat dus niet. Het zal me toch niet gebeuren dat ik hier de hele mikmak kapot rijd en weer naar achteren de helling zou moeten afzakken. Maar gelukkig ging het goed. Pffffff. Maar bij de afdaling werd de tik steeds erger. Zelfs als ik gewoon reed met een beetje gas begon het dif al te tikken. We overlegden even met mijn ouders. Mijn vader hoorde het zelfs vanuit zijn auto. We besloten om, hoe dan ook, Urbino te halen. Daar was eten en konden we assistentie inschakelen. Wat een mooie weg naar Urbino! Helaas had ik er niet zo veel plezier in want ik voelde een groot probleem opkomen. Gaan we dit nog wel repareren? Ik wilde het nog niet geloven. Aangekomen in Urbino was de chaos weer compleet. Overal auto’s door elkaar en niemand weet waar je de auto moest neerzetten. Gauw Vito gebeld en die stond iets buiten Urbino op ons te wachten. We aten snel een broodje en reden al tikkend richting Vito. We zagen hem al staan zwaaien met zijn collega’s. Ik legde uit wat ik hoorde en hij stapte zelf in de auto om te luisteren wat er aan de hand was. Bij het wegrijden was het voor hem gelijk duidelijk. Hoofdschuddend keek hij mij aan. Hij maakte een gebaar dat het finito was. "It’s the dif Marc!" K-U-T. Wat nu? Vito pakte een krik en ging kijken hoe groot de schade was. Zijn conclusie was dat er toch minimaal vier, vijf tanden van het kroonwiel af waren. Vito excuseerde zich. "Sorry Marc, we are not able to fix it. I will call a friend." Dus dit was het dan? Nu al klaar? Maar toen kwam Vito terug met heugelijk nieuws. Of ik als de sodemieter naar Rimini wilde rijden. Daar stond een vriend klaar met reserve-onderdelen van het dif. Dat was wel even 80 kilometer heen en terug. Maar dit was een kans! Aangekomen bij de afslag Rimini Nord kwam na een kwartier zijn vriend Alberto met de onderdelen. We bedankten hem vriendelijk en reden weer snel terug. Uhhhhh, waar was het ook alweer precies? Na wat zoeken vonden we het. Vito had inmiddels het dif er onderuit. Oh, uh Marc. Niet alle onderdelen zijn goed. Dus we moeten toch de oude beschadigde pignon weer gebruiken. Ik vond het prima, als hij maar weer rijdt.



Tijdens het lange wachten werd ik ineens opgeschrikt met veel getoeter! Huh? Heeeee, de Giro-groep! Wat geweldig! Komen je vrienden gewoon even 300 kilometer rijden om je een hart onder de riem steken. Ontroerend. Echt top! Samen hebben we toegekeken hoe Brum weer op zijn wielen werd gezet en Vito tevreden de eerste test-kilometer reed. We trakteerden hem op een applaus! Geweldig. Ik kon weer rijden! Het was inmiddels 19.00 uur en het plan was om rechtstreeks naar Rome te rijden over de snelweg. Om de auto zoveel mogelijk te sparen was het beter om alleen in de auto te zitten en Mirella in de volgauto zou gaan zitten. Daar had ze het heel moeilijk mee en heel begrijpelijk. Ze wilde het graag samen doen. Dat was immers het doel. Toch was ze bereid om het hoogste doel te halen en dat was morgen weer in Brescia aan te komen. En zo gingen we weg. Ik schoot toch wel even stiekem achter mijn goggle vol toen ik mijn vrienden uitzwaaide om aan een 280 kilometer tocht over de autostrada naar Rome te beginnen. Het weer werd slechter en ik kreeg aardig wat regen te verduren. De wegen waren af en toe erg slecht, dus ik stuiterde soms bijna de auto uit. In het donker was het ook niet ongevaarlijk. Tunnels waren een verademing met al die warme lucht. Het leek wel een föhn. Na een lange saaie tocht kwamen we om 23.00 uur aan in Rome. We moesten in Saxa Rubra even de tijdcheck doen. Niemand meer! He? Toen schoot me ineens te binnen dat het routeboek een aantal dagen voor de start was gewijzigd voor Rome. De tijdcheck was verplaatst. Stom! In mijn naïviteit had ik vooraf gedacht dat als we in Rome zouden aankomen, we geen routeboek meer nodig zouden hebben. Kennelijk nooit gedacht aan het feit dat ik wel eens te laat zou kunnen aankomen. Dus na het vinden van de papieren naar het nieuwe punt gereden, maar daar was ook niemand meer! Wat nu? Zelf onze weg naar de parkeerplek zoeken? Gelukkig wist ik de naam van het park. Die vonden we in het navigatiesysteem. Ik volgde mijn ouders en daar aangekomen kwamen we geen parkeergarage tegen. Nou dan rijden we maar een rondje om het park en kijken of we wat tegen komen. Er was een politieman die ons kon vertellen waar het was. Eindelijk. Het was al 00.30 uur. Toen we de garage binnen reden stonden we weeeeer in de rij! GVD. We konden geen kant op. Ik was het zat en wilde nu zo spoedig mogelijk naar mijn hotel. We stonden tussen de jeugdige discogangers voor een slagboom te wachten. Een gênante situatie. Zit je daar in je ouwe brik met een helm op, opkijkend naar al die auto’s volgepompt met subwoofers. Die gasten keken een beetje lachend naar dat kleine autootje met die rare bestuurder. Eindelijk aangekomen bij de slagbomen konden we kiezen uit een linker of rechter strook. We namen de linker... Ja, dat was dus de verkeerde! Uiteindelijk vonden we iemand die ons naar de andere afdeling stuurde en konden we eindelijk onze Brum parkeren. Zo, ik had het echt helemaal gehad. Als je dus ergens te laat bent dan geeft de organisatie dus niet thuis en ben je volledig op jezelf aangewezen in Rome en als je dan erg vermoeid bent dan zijn er nog maar weinig dingen leuk in het leven. Gelukkig vonden we snel een shuttle (Range Rover V8) die ons naar het hotel bracht. In de auto waren nog twee deelnemers die nog drie uur aan hun auto hadden gesleuteld en ons vertelden hoe geweldig het ontvangst in Rome was..... Jajajaja, ik wilde het niet weten.... Om 2.00 uur ploften we in bed, in de wetenschap dat de wekker weer om half zes ging want we moesten om 7.15 uur starten.

Reacties op dit artikel


Stem nu voor de spot van de dag