Lamborghini Deel 2

Lamborghini Deel 2

Na het eerste deel waar de historie van Lamborghini naar boven werd gehaald komt nu het tweede deel van de special over dit illustere Italiaanse merk. Deel twee zal gaan over de Lamborghini's van tegenwoordig en hun rechtstreekse voorvaders.

Countach

1971 is het jaar waarin Lamborghini op de Auto Salon van Genève een prototype toont van een onmiskenbare 'koppendraaier', de Countach. Dit prototype was de basis voor de LP400, het eerste productiemodel van de Countach. Met een zeer extreem uiterlijk kwam deze auto in 1974 voor het eerst op de markt. De LP400 was voorzien van een 4 liter V12 en niet een 5 liter zoals in de prototypes. Dit had Lamborghini zo gedaan omdat er tijdens tests problemen bleven met betrekking tot de koeling. Het zou nog enkele jaar duren voordat deze problemen waren verholpen. De 4 liter van de LP400 was goed voor 375 pk en kon doorgaan tot 316 km/h.

Na vier jaar en 150 LP400's was het tijd voor de LP400 S. Deze S-versie was zowel motorisch als optisch onderhanden genomen. Brede wielkasten, andere velgen en spoilers gaven de Countach een nog wilder uiterlijk dan hij al had. Soms zaten er zelfs spoilers op de voorkant en op het dak. Technisch gezien werd er ook het nodige aangepast. Zo werd er een compleet nieuwe achteras gemonteerd om de extreem brede achterbanden (345 mm) kwijt te kunnen. De motor werd verder ontwikkeld en leverde nu soms wel 400 pk. Dit was erg afhankelijk van de markt waar de auto naartoe ging. De Amerikaanse markt kreeg een versie met 325 pk, maar in Europa waren er klanten die 400 pk wilden. Standaard beschikte de LP400 S over 352 pk. Dit was minder dan de LP400 omdat de Countach zo iets makkelijker in de omgang was. De LP400 was dus ook sneller, daarom werd hij ook naast de S nog steeds geproduceerd. Er waren zelfs klanten die hun LP400 niet inruilden, maar hem in de fabriek wel de uiterlijke kenmerken lieten geven van de S, zo was die dus sneller dan een echte S. Van de S zijn uiteindelijk 235 stuks van de band gerold.

In 1982 was het dan zover, de 5 liter motor was klaar om zijn debuut te maken in de Countach. Eigenlijk is het geen echte 5 liter, want hij heeft 'slechts' een inhoud van 4754cc. Deze motor levert 375 pk en zorgt voor een topsnelheid van 300 km/h en een acceleratie van 0-100 in 5.6 seconden. De LP500 S werd gebouwd naast de LP400 S, maar van de laatste werden er niet veel meer verkocht. Van de LP500 S zijn er in totaal 323 geproduceerd. De auto was echter uiterlijk niet veel anders dan de 400. De richtingaanwijzers op de zijkant waren iets anders en de velgen waren niet langer van magnesium maar van aluminium. Natuurlijk was de badge achterop ook anders. Latere modellen van de LP500 S kregen de toevoeging 5000.

Nadat Lamborghini met de LP500 S was gekomen, was het antwoord van Ferrari daar met de Testarossa. Deze was voorzien van een V12 met 390 pk. Lamborghini moest hier natuurlijk een passend antwoord op geven en deed dat in de vorm van de LP500 Quattrovalvole. Met een inhoud van 5.2 liter en een vermogen van 455 pk was hij zelfs zwaarder gemotoriseerd dan speciale modellen van Ferrari als de 288GTO. In 1985 werd de LP500 QV geïntroduceerd en in 1987 kreeg hij een paar kleine modificaties aan het bodywork zoals een andere motorkap om de carburateurs te kunnen herbergen. Veel Countaches werden uitgerust met de 5000 dollar kostende spoiler. Op veel auto's is deze nodig, maar op een Countach is deze puur voor de show. De auto heeft op hoge snelheid genoeg downforce van zichzelf. De spoiler zorgde zelfs voor meer drag achter de auto en voor een lagere topsnelheid. Van de LP500 QV (of LP5000 QV) zijn er in zes jaar 610 stuks geproduceerd.

In 1988 werd ter ere van het 25-jarige bestaan van Lamborghini een speciale versie van de Countach uitgebracht, de 25th Anniversary. Eigenlijk zou de Diablo het jubileumcadeau moeten zijn, maar deze was nog niet goed genoeg ontwikkeld om in productie genomen te worden. De basis van de 25th is de LP500 QV, maar veel van het bodywork is aangepast (met als ontwerper Horacio Pagani). Bumpers waren nu geïntegreerd in het ontwerp, andere luchtinlaten en andere achterlichten werden gemonteerd. Ook het interieur maakte de nodige aanpassingen mee. Zo waren er nu ook elektrisch verstelbare stoelen en elektrische ramen leverbaar en airco werd standaard. In totaal zijn er tot de komst van de Diablo 657 geproduceerd. Dit maakt hem de best verkochte Countach. De laatste liep op 5 juli 1990 van de band, en staat nu in het Lamborghini Museum naast zijn voorvader, de 350GTV.

Countach LP400Countach LP500 S
Countach LP500 qvCountach 25th Anniversary
Diablo

In 1985 vond Lamborghini het tijd om te gaan werken aan een opvolger voor de legendarische Countach. Het heeft vijf jaar geduurd voordat deze opvolger klaar stond. Maar begin 1990 was het dan zover, Lamborghini kwam met de Diablo. Ook hier werd naar Lamborghini-traditie de naam ontleend aan een beroemde vechtstier. De auto werd ontworpen door Marcello Gandini, die ook al zijn handtekening had gezet onder de Countach en de Miura. Het design was wat minder buitenaards dan de Countach, maar nog steeds zeer herkenbaar een Lamborghini. Ook werd er weer gebruik gemaakt van de omhoogslaande deuren. Officieel haalde de Diablo een top van 325 km/h, maar op de Nardo testbaan heeft Sandro Munari er 340 km/h mee gehaald. Hiervoor maakt de Diablo gebruik van een tot 5,7 liter opgeboorde V12 met 492 pk en vier kleppen per cilinder (Quattrovalvole). Er werd veel gebruik gemaakt van aluminium bij de productie, maar de motorkap, voorklep en bumpers waren van kunststoffen. Net als op de Countach was het ook mogelijk om de Diablo te voorzien van een spoiler. Uiteraard tegen een ruime vergoeding, ongeveer $4.500.

In eerste instantie werd de Diablo alleen geleverd met achterwielaandrijving (ongeveer 900 stuks van geproduceerd). Hieraan kwam een eind toen er in 1993 de Diablo VT werd geïntroduceerd. Naast de achterwielaandrijver (2WD) was er dus nu ook een vierwielaandrijving beschikbaar. Het was echter niet geheel 4WD. VT, dat staat voor Viscous Traction, houdt in dat wanneer de achterwielen grip verliezen er een deel van de aandrijving naar de voorwielen kan worden gestuurd (maximaal 25%). Met de komst van de VT werden er meer dingen aangepast aan de Diablo. Zo werd ervoor gezorgd dat de airco beter werkte en kwam er ook stuurbekrachtiging. Ook werden er speciale schokdempers gemonteerd die zowel automatisch als handmatig in vier standen konden worden gezet. Van de VT zijn er ongeveer 400 gebouwd.

Naast de 2wd en de VT verschenen er nog een aantal andere modellen. In 1994 werd speciaal voor het 30 jarig bestaan van Lamborghini de Diablo SE30 geïntroduceerd. SE staat voor Special Edition, en dat was de SE30 zeker. De auto werd lichter gemaakt dan de standaard modellen. Zo waren er geen elektrische ramen, geen airco en geen radio. In plaats van een radio was er een grote rode knop die een automatisch brandblussysteem in het motorcompartiment kon laten werken. Het interieur zag er echter niet 'kaal' uit zonder die zaken. De SE30 werd namelijk voorzien van een compleet alcantara lederen interieur, carbonfiber onderdelen (zoals de stoelen), witte wijzerplaten en geperforeerde aluminium pedalen. Om de auto nog wat lichter te maken werden een aantal bodypanelen gemaakt van carbonfiber. Verder waren er aan de buitenkant een aantal kenmerken waardoor de SE30 duidelijk te onderscheiden is van zijn broers. Er was een nieuwe voorspoiler gemonteerd, een andere achterspoiler, andere bumpers en er werden sleuven gemaakt in de luchtinlaat aan de zijkant van de auto. Om een greep terug naar het verleden te maken werd er een motorkap gemonteerd die doet denken aan die van de Miura. De besparing in gewicht ging gepaard met een stijging van het vermogen (525 pk), dit zorgde voor indrukwekkende prestaties. Een topsnelheid van 333 km/h en in vier seconden van 0 naar 100 km/h. Voor de diehards was er dan nog het Jota-upgradepakket. Hiermee kreeg de SE30 bijna 600 pk. De Jota is te herkennen aan de speciale motorkap met luchtinlaten boven het dak (later ook gebruikt op de SV). De SE30 werd alleen als 2WD aangeboden en er zijn er slechts 150 gemaakt. Van die 150 zijn er naar alle waarschijnlijkheid 15 omgebouwd tot SE30 Jota.

In 1995 kwam Lamborghini met een andere greep naar het verleden. De Diablo SV werd geïntroduceerd. Net als bij de Miura SV stonden de letters voor Sport Veloce. Volgens velen was de SV de meest pure Diablo. 510 pk en alleen aandrijving op de achterwielen. De SV is te herkennen aan zijn velgen (vaak zwart of in kleur) en aan zijn standaard achterspoiler, die ook in het midden nog iets te verstellen was. Daarnaast werden de achterlichten nu omringd door zwarte delen en had de SV een speciale motorkap met luchtinlaten die boven het dak uitstaken. Een herkenbaar kenmerk van de SV zijn de grote SV-stickers op de zijkant waarmee bijna alle SV's zijn uitgedost. Hoeveel er exact zijn gebouwd is niet geheel bekend, in 1996 zijn er 71 gemaakt, maar de andere jaren is niet geheel duidelijk. Hij is gebouwd van 1995 tot 1998 en was in die periode het 'instapmodel' van de Diablo.

Diablo 2WDDiablo VT
Diablo SE30Diablo SV


Drie jaar na een prototype van een open Diablo kwam Lamborghini in 1995 dan echt met de Diablo VT Roadster. Niet alleen het dak was er afgehaald, maar ook andere aanpassingen waren er gedaan om de auto niet geheel hetzelfde uiterlijk te geven als de dichte VT. Zo waren op de zijkant de inlaten van de SE30 te zien en had de auto een andere voorbumper. Daarnaast waren de bumper en de grill achter 'afgekeken' van de SE30 en werden er niet zoals bij de dichte versie ronde uitlaten gebruikt, maar ovalen net als op de SV. Het dak van de Roadster kon op de motorkap worden geplaatst en was om gewicht te besparen van carbon gemaakt. Van deze open Diablo zijn er rond de 200 gebouwd.

In 1999 kreeg de gehele Diablo line-up een facelift. De VT, SV en VT Roadster werden voorzien van open koplampen in plaats van de openklappende lampen. Daarnaast werd er een nieuw dashboard ontworpen en waren waren airbags nu standaard. Naast de upgrade van de bestaande modellen werd er tevens een nieuw topmodel toegevoegd, namelijk de Diablo GT. Deze GT was gebaseerd op de GT2 raceversie van de Diablo. Hij was extremer in zijn uiterlijk en door de toepassing van racetechniek was het de snelste Diablo ooit. Door gebruik te maken van veel gewichtsbesparende materialen woog de GT 'slechts' 1460 kilogram. Hij was voorzien van een tot 6 liter opgeboorde motor die nu 575 pk alleen naar de achterwielen stuurde. Dit maakte het mogelijk om met de GT door te gaan tot 338 km/h en te accelereren naar 100 in 3,9 seconden. Een apart detail is dat er een gelimiteerde en genummerde opgave was van 80 stuks, maar dat er toch 83 van de productieband zijn gerold.

Aan het einde van de vorige eeuw werd Audi de eigenaar van Lamborghini en dit bracht grote veranderingen met zich mee voor het merk met de stier. Een nieuwe ontwerper werd naar voren geschoven, Luc Donckerwolcke. Van zijn hand kwam de laatste Diablo, de VT 6.0. Deze laatste 'overbrugging' tot de opvolger van de dan al bijna tien jaar in productie zijnde supercar was een compleet gerestylede Diablo. Nagenoeg alles werd aangepast, binnen- en buitenkant. Met een 550 pk sterke 6 liter V12 was dit één van de snelste Diablo's. Daarnaast was hij nu onderhanden genomen door Audi en kon worden gezegd dat ook kwaliteit en afwerking nu van een hoger niveau waren. De auto was voornamelijk gebouwd uit carbon om het gewicht maar zo laag mogelijk te houden. De auto had een duidelijk ander aanzicht dan de vorige modellen. Andere voorbumper, andere achterbumper, andere luchtinlaten, eigenlijk waren alleen de koplampen en de deuren nog gelijk. De VT 6.0 is in de korte tijd dat hij in productie is geweest, enorm succesvol geweest. In nog geen twee jaar werden er enkele honderden van verkocht. Zoals zijn naam al doet vermoeden was hij voorzien van het bekende 4WD-systeem van Lamborghini. Op speciale bestelling kon de VT 6.0 echter geleverd worden met de aandrijving op alleen de achterwielen. Daarnaast kon ook op bestelling de versnellingsbak anders worden afgesteld. Dit zorgde ervoor dat de Diablo VT 6.0 niet de standaard topsnelheid haalde van 335 km/h maar dat hij is staat was om een duizelingwekkende 359 km/h op de klok te zetten.

Van de 6.0 VT is in 2001 nog een gelimiteerde editie op de markt gekomen, de Diablo VT 6.0 Special Edition. Van dit model zijn er slechts 40 gebouwd. 20 daarvan gespoten in de kleur Oro Elios (een soort goudkleur) en de andere 20 in Marrone Eklipsis (een donkerbruine kleur). Veel werd er niet aangepast in vergelijking met de gewone 6.0. Op de remklauwen was niet langer Brembo te lezen, maar stond nu Lamborghini en de cilinderkoppen waren nu van magnesium om gewicht te besparen. Verder was de auto van alle gemakken voorzien zoals een DVD navigatiesysteem en een Alpine audiosysteem.

Diablo VT RoadsterDiablo MY '99
Diablo GTDiablo VT 6.0
Murciélago

Onder leiding van Audi was het voor Lamborghini tijd om met een opvolger te komen voor de Diablo. Voordat Audi de baas werd was Lamborghini echter zelf al begonnen aan de ontwikkeling van deze auto. De auto (bekend onder de naam Canto) werd echter door de nieuwe directie niet goedgekeurd en moest terug naar de tekentafel. Hiervoor werd wederom een beroep gedaan op de Belg Luc Donckerwolcke. Hij werd hoofd van de designafdeling van het Italiaanse merk en was verantwoordelijk voor het design van de Diablo-opvolger. De L147, zoals de auto intern werd genoemd, moest een waardige opvolger worden van de legendarische Diablo. In 2000 was het zover, de auto werd aan een select gezelschap onthuld en de naam werd bij deze presentatie voor het eerst vrijgegeven; Murciélago. Wederom een naam die uit de stierengevechten voortkomt.

De Murciélago werd voorzien van een 6.2 liter 12-cilinder, deze motor is eigenlijk nog vrijveel hetzelfde al de V12 van 30 jaar eerder. De 6192 cc motor was goed voor 580 pk. Om de motor van genoeg koude lucht te voorzien werd er gezocht naar een oplossing, anders dan de Diablo en anders dan de Countach. Men kwam uiteindelijk met meebewegende luchtinlaten die geïntegreerd waren in het ontwerp. Deze inlaten op de flanken kunnen 20 graden open staan waardoor de motor meer wind 'vangt'. 80% meer om exact te zijn. De inlaten gaan automatisch open zodra de motor warmer is dan normaal en wanneer de buitentemperatuur hoger is dan 32 graden. Wordt er echter tijdens één van deze situatie meer dan 200 km/h gereden dan zullen ze, in verband met de aerodynamica, weer inklappen. De body is gemaakt van carbonfiber, behalve het dak en de deuren, om de auto steviger te maken zijn deze onderdeleb van staal. De Murciélago heeft geen spoiler zoals de Diablo die had, maar heeft een in het design geïntegreerd exemplaar, deze komt bij 130 km/h 50 graden omhoog, en boven de 220 km/h zelfs 70 graden, om te zorgen dat de auto ook op zijn top van 330 km/h genoeg downforce heeft.

In 2003 was de Murciélago aan de beurt om als special edition in de boeken te gaan. In verband met het 40-jarig bestaan van Lamborghini werd de Murciélago 40th Anniversary onthuld. Technisch gezien was deze auto gelijk aan de standaard Murciélago, alleen optische verschillen kenmerken deze auto. Alle 50 gebouwde auto's waren gespoten in de speciale kleur Verde Artemis en waren voorzien van een grijs interieur aan de bestuurders kant en een zwart interieur aan de passagierskant. Aan de buitenkant werd tevens nog een speciaal logo geplaatst dat hem onderscheidt van zijn broer.

Iedereen wachtte erop en in 2004 was het dan zover, de open versie van de Murciélago werd onthuld, de Murciélago Roadster. De auto is niet gewoon een Murciélago zonder dak. Het voorruit en de zijruiten zijn aangepast, die laatste lijkt nu weg te vallen in de luchtinlaat aan de zijkant. Om de open versie stijver te maken werd hij voorzien van een carbon versteviging over de motor heen. Dit zorgde ervoor dat de 580 pk's niet voor problemen zorgde wat betreft de stijfheid van de auto. Om het genot van het rijden in deze open versie nog iets te vergroten werd de Roadster standaard voorzien van de sportuitlaat, dit was een optie op de coupé. De Roadster was dus voorzien van dezelfde prestaties als de coupé, alleen was het dakje daar niet voor bestemd. Lamborghini adviseert haar klanten deze niet te gebruiken bij snelheden van boven de 160 km/h.

Om met zijn tijd en concurrenten mee te gaan was het in 2006 tijd voor een nieuwe versie van de Murciélago. Op de motorshow van Genève werd de Lamborghini Murciélago LP640 onthuld. De naam grijpt terug naar de Countach, ook hier stond LP voor 'Longitudinale Posteriore', en het getal voor het vermogen van de auto, 640 pk. De LP640 werd niet alleen geïntroduceerd omdat de concurrenten meer vermogen kregen, maar ook omdat het kleine broertje, de Gallardo, meer vermogen kreeg. De Murciélago kreeg 60 pk extra om het gat te vergroten tussen beide modellen. Dit extra vermogen werd behaald door de motor op te boren van een 6.2 naar een 6.5 liter V12. Van buiten is de LP640 duidelijk te herkennen. Van voren valt de nieuwe voorbumper het meest in het oog, deze steekt verder naar voren en is voorzien van grotere luchtinlaten. Ook heeft de LP640 andere buitenspiegels. Erg apart zijn de asymmetrische luchtinlaten aan de zijkant. Aan de ene kant een gewone luchtinlaat en aan de andere kant (links) een oliekoeler. Er is er maar één nodig, dus daarom de keuze voor dit designhoogstandje. Achter valt direct de centrale uitlaat op. Daarnaast zijn tevens de lichtunits aangepast, deze zijn nu voorzien van LED-techniek. De vernieuwde Murciélago is goed voor een top van meer dan 340 km/h en een sprint van 0 naar 100 in 3,4 seconden.

In december 2006 kwam Lamborghini met de open versie van de LP640, de LP640 Roadster. Deze schitterende open supercar uit Sant' Agata was direct na zijn introductie al een succesnummer. Met dezelfde specificaties als de LP640 en de soft-top van de Murciélago Roadster is het de ideale boulevardcruiser. Naast de Roadsterversie werd er dat jaar ook nog een speciale uitvoering onthuld die was ontwikkeld in samenwerking met modehuis Versace. Deze speciale LP640 werd voorzien van een speciaal interieur en was van buiten te herkennen aan de stickers op de zijkant. Van de LP640 Versace zijn slechts twintig stuks gemaakt.

MurciélagoMurciélago 40th Anniversary

Murciélago Roadster
Murciélago LP640Murciélago LP640 Roadster
Gallardo

Lang hebben de klanten en fans er op moeten wachten, maar in 2003 was er dan eindelijk de 'baby' Lambo, de Gallardo. Met deze kleine broer van de Murciélago is het voor Lamborghini voor het eerst sinds 1992 dat men weer twee modellen naast elkaar produceert. De Gallardo is getekend door de Belg Luc Donckerwolcke, die ook verantwoordelijk was voor de Murciélago. De eerste schetsen van de auto zijn echter niet door hem op papier gezet, maar door Fabrizio Giugiaro van designbureau ItalDesign/Giugiaro. Een duidelijk verwantschap tussen de beide Lamborghini-modellen is er wel degelijk. De basisvorm is gelijk en beide zijn voorzien van luchtinlaten in de flanken en achter de deuren.

De Gallardo is voorzien van een nieuw ontwikkelde 10 cilinder. Deze motor is ontwikkeld op basis van de bekende 4.2 V8 van Audi. Verantwoordelijk voor de motor is Cosworth Technology (onderdeel van Audi AG), van daaruit gaan de motoren naar Hongarije, waar ze afgebouwd zullen worden. De carrosserie is van aluminium en wordt in Duitsland gemaakt, in Neckarslum, in dezelfde fabriek als waar men de A8 produceert. De carrosserie zelf weegt slechts 250 kg.

De Gallardo is de eerste Lamborghini sinds de LM002 die het zonder de omhoogslaande deuren moet stellen. Dit wilde Lamborghini voorbehouden aan de V12 modellen. Wel is de Gallardo voorzien van een ingebouwde spoiler die bij 130 km/h opklapt. Wanneer er weer onder de 80 km/h wordt gereden klapt deze weer in. De Gallardo is ook uitgerust met een F1-schakel systeem, bij Lamborghini E-gear genaamd. Bij deze versnellingsbak wordt er geschakeld door middel van flippers achter het stuurwiel. De Gallardo was de eerste Lamborghini die met deze transmissie werd uitgerust. Even later was deze optie ook mogelijk op de Murciélago. De Gallardo is verder voorzien van alle gemakken en veiligheidsvoorzieningen. Hij beschikt over ESP, meerdere airbags en is voorzien van de bekende VT (4WD) aandrijving. In het interieur is de Gallardo voorzien van leren bekleding en alle mogelijke gemakken als airco en een fantastische geluidsinstallatie, beide overigens afkomstig uit de Audi A8.

De 5 liter V10 van de Gallardo stelt hem in staat om een topsnelheid te behalen van 315 km/h. Mede dankzij de Pirelli P Zero 'Rosso's kan de Gallardo in 4,2 seconden naar de 100 accelereren.

In 2005 kwam Lamborghini met een Special Edition versie van de Gallardo, de Gallardo SE. Deze was voorzien van een 20 pk sterkere V10. Een nadeel van de SE was dat deze motorupgrade voor modeljaar '06 ook voor de 'gewone' Gallardo op de planning stond. Waarom dan een SE kopen? Dat was niet zo moeilijk, want hij is wel degelijk anders dan de standaard Gallardo. Hij is te onderscheiden door een tweekleurig interieur en exterieur. Aan de buitenkant door de in Nero Octis (zwart) gespoten spiegels, motorkap en dak en de donkere velgen. Ook was de auto genummerd, er is namelijk een beperkte oplage van 250 stuks. Door de 20 pk extra kon hij nu in vier seconden de 100 bereiken.

Tevens werd in hetzelfde jaar als de SE ook de open versie van de Gallardo onthuld, de Spyder. Deze open versie was tevens voorzien van de 520 pk sterke V10. Uniek aan deze open versie is echter de manier waarop het dak verdwijnt in het compartiment achter de stoelen. Doordat de ruimte hier zeer beperkt is i.v.m. de middenmotor moest men op zoek naar een ingenieuze oplossing voor het dak. Met een druk op de knop is het dak in twintig seconden verdwenen onder zijn carbonfiber afdekking. Met of zonder dak, in beide gedaantes is de Gallardo Spyder een lust voor het oog.

Nadat de Gallardo SE in no-time was uitverkocht bleven veel klanten 'achter' die geen speciale versie van de meest succesvolle Lamborghini aller tijden te pakken hadden kunnen krijgen. Deze mensen werden in 2006 op hun wenken bediend met de Gallardo Nera. Deze in een beperkte oplage van 185 stuks geproduceerde Gallardo was voorzien van een zwarte carrosserie met gelakte en matte bodypanelen. Daarnaast was hij voorzien van zwarte velgen en in het interieur stoelen met het 'Q-citura' stiksel, dat ook een optie is op de Murciélago LP640. Verder was er in het interieur het nodige carbon verwerkt. De auto was technisch vergelijkbaar met de normale Gallardo en had dus ook diens specificaties.

Vier jaar na de introductie van de Gallardo was het dan tijd om met een lichtgewicht versie van dit model te komen. In de stijl van de Diablo SV werd de Gallardo aan een dieet onderworpen. Een gewichtsbesparing van 100 kilo en een stijging van het motorvermogen naar 530 pk leverde de Gallardo Superleggera. Doordat de auto lichter is en meer vermogen heeft snoept de Superleggera 0.2 seconden van de acceleratietijd van de gewone Gallardo af. Veel in deze auto is gemaakt van carbonfiber, de binnenkant van de deur, de middentunnel, de motorkap (voorzien van een policarbonaat open gedeelte), de buitenspiegels en de achterbumper. Ook is de Superleggera spoiler van carbonfiber. De Superleggera zal in een beperktere oplage gemaakt worden dan de normale Gallardo, al zal de vraag naar deze snelle 'baby' Lambo groot zijn.

GallardoGallardo SE

Gallardo Spyder
Gallardo NeraGallardo Superleggera
Valentino Balboni

Naast Ferruccio Lamborghini heeft nog een man een hoofdrol gespeeld bij Lamborghini. Al bijna 40 jaar maakt Valentino Balboni deel uit van het merk. Meer dan 30 jaar al is hij de testrijder van het merk met de stier. Ooit begonnen als mecanicien en zich opgewerkt tot Chief Test Driver. Als goede vriend van Ferruccio Lamborghini heeft hij op een zeer intensieve manier meegewerkt aan de opbouw van het merk. In ongeveer 80% van alle Lamborghini's die er in totaal geproduceerd zijn heeft hij wel eens gereden. Een op het oog rustige man, maar als hij eenmaal achter het stuur van een Lamborghini is gekropen dan komt de kleine jongen in hem naar boven.


Valentino Balboni


Valentino Balboni met een leuk t-shirt aan

Mark Nauta & Bas

Reacties op dit artikel


Stem nu voor de spot van de dag