Klassiekergespot: toppers uitgelicht

Klassiekergespot: toppers uitgelicht

In deze koude en gladde maanden is spotten minder leuk dan in een halfbakkend middagzonnetje aan de kust of in een winkelstraat. Ook de vaak roestgevoelige klassiekers vinden het laatste leuker dan in de regen staan; veel bijzondere ouden van dagen worden er niet gespot. Lees hier onder meer over vier ongebruikelijke auto's die in de afgelopen weken werden gespot.

Delahaye 135S

Naast een enigszins ordinaire Mercedes-Benz in een garage in Monaco staat een opvallende sportauto. De kleur verraadt al enigszins dat het een Franse sportauto is, blauw werd niet alléén door Bugatti gevoerd. Delahaye is een Frans automerk dat in 1954 de laatste auto's bouwde, maar wel na een geschiedenis van ongeveer zestig jaar. Het merk bouwde luxe auto's met extravagante koetsen, maar óók raceauto's, net als Bugatti. In 1935 werd de 135 gelanceerd als sportauto, drie jaar later volgden ook coupé's, sedans en cabriolets. Deze werden in totaal enkele duizenden malen geproduceerd; van de 135S, de afgebeelde sportauto, werden er echter maar veertien gebouwd. De auto werd aangedreven door een zescilinder in lijn motor met een inhoud van 3,6 liter en een pittig vermogen van 160 pk. Hiermee moest de 135S het opnemen tegen Bugatti's, en niet zonder succes. In 1938 won een dergelijke auto de 24 uren van Le Mans.

Klassiekergespot: toppers uitgelicht

Jaguar Mk V 3.5 Litre Drophead Coupe

Direct na de tweede wereldoorlog moesten veel merken de draad weer oppakken aan de hand van vooroorlogse modellen. Met een verouderde motor verscheen in 1945 de Mk IV. Zo ging dat eveneens met de Mk V maar de Mk V 3.5 Litre had een nieuw blok. Met een maximum vermogen van 126 pk mocht je niet klagen, zelfs tegenwoordig is dit bovengemiddeld. De auto was er als sedan maar óók als schitterende cabriolet, die naar Engelse tradities wel Drophead Coupe moest heten. De cabriolet bleef met een productieaantal van 972 auto's ver achter op de sedan, waarvan er 7.831 werden verkocht. Aangezien de sedan en de cabriolet gelijk geprijsd waren, waren er blijkbaar maar erg weinig mensen die de cabriolet boven de sedan prefereerden. Inmiddels zijn de D.H.C.'s vanwege hun zeldzaamheid twee keer zo veel waard als de sedan.

Klassiekergespot: toppers uitgelicht

Marcos 3.0 GT Coupe

Marcos is een typisch Brits merk: eigenzinnig, klein, onafhankelijk, en volgens velen niet altijd elegant. De 3.0 GT van de eind jaren '60 leek sprekend op de eerdere versie met viercilinder; het design zou decennia lang ongeveer hetzelfde blijven. Heel erg krachtig was de motor niet, maar het feit dat de auto van kunststof was gemaakt scheelde al in het gewicht. De creatieveling kon de auto eigenhandig in elkaar zetten. Natuurlijk was er een ruime keuze in motoren, zolang andere merken ze maar bouwden. Het waren V6 motoren van Ford, Triumph en Volvo, waarvan de laatste voor de Amerikaanse markt bestemd was. In de drie jaren dat de auto werd gebouwd werden er met deze motoren respectievelijk 100, 11 en 250 exemplaren gebouwd, wat niet eens extreem weinig is. Ondanks gebrek aan roest zul je deze auto's vrijwel nooit zien.

Klassiekergespot: toppers uitgelicht

Mercedes-Bens 170 SB Cabriolet

Één va de belangrijkste reeksen die Mercedes-Benz in het verleden heeft gemaakt is de 170. Deze was er in alle vormen, met als meest opmerkelijke misschien wel de 170H, waar de Käfer niet geheel toevallig sprekend op zou gaan lijken. De 170 SB Cabriolet kwam in 1949 op de markt, terwijl de eerste 170's al uit de jaren '30 dateren. De 170 SB was ontworpen als volwaardige vijfzitter, waar de elegantere 170 SA plaats bood aan slechts vier personen. Bovendien was die duurder. Er werden 830 SA's gebouwd, de SB deed het al beter met 1.606 exemplaren. Mooie exemplaren zijn meer dan een ton waard, maar wellicht zouden jullie die aan een andere Mercedes uitgeven.

Klassiekergespot: toppers uitgelicht

Reacties op dit artikel


Stem nu voor de spot van de dag