Klassiekergespot spot van de week: Iso Rivolta GT IR 300

Klassiekergespot spot van de week: Iso Rivolta GT IR 300

Er zit een groot verschil tussen een veelzeggende klassieker en een bijzondere klassieker. Wie zal immers direct aan een automerk denken het horen van de term "Iso"? Dit was een in Milaan gesettelde producent van GT's die voor hun tijd vreselijk snel waren. Ze moesten het opnemen tegen modellen van onder andere grotere merken, zoals Ferrari, Lamborghini en Aston Martin.

De geschiedenis van de 56-83-FP begon in 1969, in een showroom vlakbij het Amstel station te Amsterdam. Hier stond deze machine te glimmen. Wat voor de groene kleur van de auto geldt, geldt ook voor de vormen ervan. Schreeuwerig noch opvallend, maar in detail wel erg fraai. Het is een auto die en profil de indruk wekt héél wat in petto te hebben, maar dit niet direct vrijgeeft door een oncomfortabele lage daklijn en een onpraktische bagageruimte. De ISO Rivolta IR300 is een echte GT, bedoeld om comfortabel, snel en praktisch grote afstanden mee af te kunnen leggen. Hierin moest hij het opnemen tegen enkele andere modellen, die in de concurrentiestrijd het voordeel hadden meer bekendheid te hebben, want met een nieuwprijs van f.49.500 zat de auto ruim onder die van andere auto's. De AC 428 was met zijn 57.500 gulden al ruim 15% duurder, de Ferrari 330 GT 2+2 (f.61.000), Maserati Mistral 3700 (f.62.000), Lamborghini Islero (f.62.000) en Aston-Martin DB6 (f.82.880) waren aanzienlijk duurder.

Klassiekergespot spot van de week: Iso Rivolta GT IR 300

De Iso Rivolta GT past echter iets beter in het rijtje van de Jensen Interceptor, de Bristol 411, de Intermeccanica Italia, en de Monteverdi 375; allemaal auto's die het beste van twee werelden combineren. Amerikaanse auto's waren nooit in trek in Europa, zijn dat nu niet, en worden dat wellicht ook niet. Betrouwbare en goedkope motoren worden er in Detroit echter wel gebouwd. Bouw een beeldige Europese koets van designhuizen zoals Bertone om deze powerplant en er ontstaat voor relatief weinig geld een droomauto. Iso maakte gebruik van Chevrolet motoren, afgezien van enkele verdwaalde Ford blokken in de Grifo Can Am. In de Rivolta GT was dit de 5,4 liter V8 uit de Corvette, die vermogens van tussen de 300 en de 400 pk op kon hoesten. De topsnelheid lag ergens tussen de 210 en de 250 km/u, een groot verschil aangezien niet alléén het vermogen een variabele was, maar óók de versnellingsbak.

Er zijn in Nederland iets meer dan tien Rivolta GT's, maar vaak zie je ze niet. Het merendeel is later ingevoerd, maar dit exemplaar is direct in 1969 voorzien van een Nederlands kenteken. Hopelijk wordt de 56-83-FP vaker on the road gesignaleerd, want het is eens iets anders dan de bekende, minder zeldzame modellen van nog bestaande merken.

Reacties op dit artikel