Een aantal dagen bij de Nürburgring vertoeven vinden we normaal al geen probleem. Als je dan ook nog eens een uitnodiging van Aston Martin op zak hebt om de nieuwe DB11 te komen rijden in die geweldige omgeving is het helemaal feest.
Aston Martin's nieuwste, de DB11 werd vorig jaar in Genève bekend gemaakt. Het werd wel weer eens tijd voor Aston Martin om een nieuwe auto uit te brengen en met nieuwe technieken. Die nieuwe technieken komen van Mercedes-AMG en dat is ook meteen te zien bij het instappen. Het middenconsole kenmerkt namelijk door de knoppen die we ook kunnen vinden in een gemiddelde Mercedes-AMG. Of dat systeem fijn werkt laten we in het midden. Daar zijn al vaker woorden aan vuil gemaakt en ook in de Aston Martin DB11 is het nog steeds omslachtig. Daarnaast is het jammer dat Aston Martin niet voor nieuwe knoppen is gegaan om het luxe niveau omhoog te tillen maar simpelweg alles 1 op 1 heeft overgenomen. Een gemiste kans. Het voelt daardoor allemaal een beetje goedkoop aan.
Keyless go is inmiddels ook geïntroduceerd bij Aston Martin en daardoor vervalt de stoere sleutel die ze in de vorige modellen aanboden. Deze kon je in het middenconsole in een gleuf schuiven waardoor je de auto kon starten. Dit is nu vervangen door een drukknop die rood oplicht als je het rempedaal indrukt. Wat er dan gebeurt is met geen pen te beschrijven. De DB11 brengt die gigantische V12 met 608 pk tot leven en dan wordt het feest. Sport stand inschakelen zodat de kleppen open gaan van de uitlaat en we gaan de prachtige wegen die de Eifel rijk is bestormen. Want zelfs voor een GT laat de DB11 zich lekker de bochten in smijten.
Over die V12 willen we het eerst nog even hebben. De V12 wordt met twee turbo's geleverd en dat zorgt dus voor een vermogen van 608 pk en 700 Nm aan koppel. Je zou denken dat door het gebruik van die turbo's het uitlaatgeluid behoorlijk wordt beïnvloed maar niets blijkt minder waar. De V12 kent namelijk nog zijn eigen sound zoals we die van Aston Martin gewend zijn. Ook tijdens het rijden lijkt het alsof er geen turbo's aanwezig zijn maar niets blijkt minder waar. Het vermogen dat beschikbaar is op elk toerental verraad namelijk dat de twee turbo's altijd paraat staan. 0-100 doet de DB11 in 3,9 seconden en de topsnelheid ligt ver boven de 300 km/u! Geen zorgen, die 300 km/u is zo gehaald.
Terug naar het rijgedrag. De DB11 kent verschillende rijstanden en dat is ideaal. In de Eifel hebben wij lange tijd op Sport en Sport+ gereden waardoor de demping een stuk harder wordt. Echter op een klein stukje snelweg gingen we naar de GT stand wat de auto meteen een stuk comfortabeler maakt en ook die echte GT eigenschappen kent. De achtste versnelling wordt ingeschakeld en zonder moeite kun je nog mensen inhalen. Wat moet het heerlijk zijn om hiermee kilometers te vreten. Feit blijft dat een V12 natuurlijk wel een aardige slok lust en je dus ook vaak bij het tankstation staat. In dat opzicht is de komende V8 misschien interessanter. Ga je echter volle bak dan zal het niet heel veel meer uitmaken of je een V8 of V12 rijdt. De snelweg draaien we inmiddels weer af en keren terug richting het heuvelachtige landschap. Sport+ inschakelen en dan kennen we maar één stand. Volgas! Wat laat de DB11 zich dan lekker begeleiden in de bochten. Tuurlijk, we moeten niet het karakter van een echte sportauto verwachten maar de DB11 laat zich niet makkelijk kennen. Her en der een stapje opzij zorgt ervoor dat we af en toe moeten corrigeren of de auto doortrekken in een drift. Op naar de volgende bocht en het wat grotere stuur vertelt precies wat we aan het doen zijn. Hard rijden maar met alle precisie.
Het interieur mag dan niet je van het zijn. Het exterieur is iets waar we al meteen verliefd op waren. Prachtige lijnen die gerealiseerd zijn door de wetten van de aerodynamica en toch is dat typische design van Aston Martin gehandhaafd. Het gereden exemplaar was voorzien van de kleur Mariana Blue, niet de eerste keuze die ik zou maken maar het misstaat de auto zeker niet. Echter verdient een prachtige GT als deze een babyblauw kleur of parelmoer wit. Zo krijgt de auto nog meer de uitstraling zoals we dat van Aston Martin gewend zijn. Een echt gentlemen's auto met de prijs van 307.000 euro. Een hoop geld, en of dat het het waard is vragen we ons af. Het interieur laat namelijk nog de wensen over en dat is toch waar je de meeste tijd doorbrengt en je je waarschijnlijk op den duur aan gaat ergeren.
