Gespot op KG: twee kostbare, bijzondere, klassieke Ferrari's

Gespot op KG: twee kostbare, bijzondere, klassieke Ferrari's

Wat de ene spotter misschien zal denken bij het zien van één van deze twee Ferrari's is: wat is het precies? Een andere zal waarschijnlijk een gat in de lucht springen, wetende om wat voor modellen het gaat. Zaterdag werden in Laren deze twee verzamelaarsobjecten gespot. Ze werden tijdelijk uit hun "museum" gehaald om een luchtje te scheppen. Geheel onafhankelijk van elkaar!

Ferari 250 GT Europa #0365GT54



Van de twee gespotte Ferrari's is dit veruit de meest bijzondere. De Ferrari 250-reeks is een vrij grote, gevarieerde reeks, bestaande uit GT's, circuitauto's, en cabriolets. Het begon allemaal in 1952 met de 250S, een auto voor op het circuit. Een leuk detail is dat Ferrari hun raceauto's destijds uitrustte met even serienummers, waar personenauto's een oneven serienummer kregen. De 250 Europa en de latere 250 GT Europa (die een kortere wielbasis had) werden uitgerust met de oneven nummers, waarvan deze #0365GT54 mee kreeg, waar 54 voor het bouwjaar staat. Velen van jullie hebben wellicht ouders die nog jonger zijn dan deze auto! In dat jaar was de #0365GT54 een demo-auto van de Ferrari fabriek. Sinds 2000 is dit exemplaar geregistreerd in Nederland, waar de auto zo nu en dan wordt uitgelaten. Op Italia a Zandvoort bijvoorbeeld. Voor het grootste deel van de tijd wordt de auto veilig in z'n huisje opgeborgen, want het is een kostbare auto. Op veilingen doet "ie" rond de half miljoen euro. Wie er tien jaar geleden eentje heeft gekocht, mag zichzelf in de handjes wrijven, want toen was de auto nog niet eens de helft waard. Oude Ferrari's maken deel uit van de weinige klassiekers die het waard zijn om in te investeren.


Ferrari 330 GTC



Bij de 250 Europa GT verbleekt de 330 een klein beetje, maar eigenlijk is er altijd wel een superieure. Deze iets minder zeldzame Ferrari - er werden er 598 van gebouwd - is namelijk ook geen auto om bij elke "dealer van om de hoek" aan te treffen. Met een beetje "geluk" heb je voor minder dan een ton een exemplaar. Of je echt van geluk mag spreken is de vraag, want wellicht heb je dan een matig exemplaar. De maatstaf is ongeveer 125 mille.
De 330 volgde de 250 serie op wat betreft GT's, de 275 was er immers alleen als echte sportauto en cabriolet, niet als GT. Heel uitgebreid was de 330 reeks niet, in de mid jaren '60 ging een modelreeks al niet zo lang meer mee als in de jaren '50. Er was een 2+2, een compactere GTC (afgebeeld) voor het verfijndere rijden. Cabrio's waren niet erg in trek, na 100 330 GTS'en was het alweer tijd voor de 365.

Reacties op dit artikel