Gespot op KG: Heilige drie-eenheid uit Italië

Gespot op KG: Heilige drie-eenheid uit Italië

Sommige merken horen in één zin genoemd te worden, bijvoorbeeld omdat ze op vergelijkbare golflengte zitten. Één van de meest geliefde "rijtjes" is Ferrari-Lamborghini-Maserati, hoewel Maserati zich anno 2010 meer is gaan richten op GT's en luxe sedans dan sportauto's pur sang. Van alle drie de merken is de afgelopen dagen een bijzonder model gespot.

Ferrari 275 GTB/4



De grootste droomauto-factor is voor de Ferrari uit dit rijtje. Een 275 GTB/4. Dat staat garant voor ruwweg 275cc per cilinder en vier bovenliggende nokkenassen. Het maakt dat de V12 300 pk levert, 20 meer dan wat de 275 GTB met twee bovenliggende nokkenassen te bieden had. Hoe van buiten te zien is of het daadwerkelijk om een /4 gaat zou ik niet weten, maar laten we er voor het gemak van uit gaan.
De 275 volgde de befaamde 250 op, de 275 GTB specifiek volgde de 250 GT S.W.B. Berlinetta op. Er werd echter veel minder mee geracet, en bovendien zijn er 460 GTB's en 350 GTB/4's gebouwd tegen slechts 167 S.W.B,'s. Reden genoeg waarom de auto niet extreem-bizar-onbetaalbaar is, maar slechts in de categorie "redelijk onbetaalbaar" valt. Of nee, wacht... Je kunt het geld ook besteden aan een Maybach 62S mèt Nederlands kenteken. Of aan een huis, maar daar kun je niet mee rijden.

Lamborghini Urraco P250



Als je al een 275 GTB/4 hebt staan en er liever een wat goedkoper model naast wilt hebben - lees: als je niet driekwart miljoen in een oude sok hebt zitten - kun je kiezen voor deze "reasonably priced car". Afgezien van de ongetwijfeld hoge onderhoudskosten is 25 mille een bedrag dat je met hard werken, wat sparen en eventueel een lening nog wel bij elkaar kunt schrapen. De Urraco is geen bijzonder waardevolle Lamborghini. Het is een klein model dat zelfs nog met 1.994cc motor - nèt iets minder dan twee liter! - is geleverd voor de Italiaan die een Lamboghini wilde maar de belastingen wilde drukken. Zo erg arm zijn Lamborghinirijders nooit, dus er werden maar 68 exemplaren gebouwd met dat blokje. Dat had ook te maken met de korte periode dat de 2 liter motor werd gebouwd. De 2,5 en 3,0 liter motoren werden vaker gemonteerd. Dit is één van de 522 P250's. De middenmotor (!) van deze "2+2" leverde 220 pk, daarmee zou dit Lammetje de 240 km/u aan moeten tikken.


Maserati Merak SS



Óók de Maserati is van een heel ander kaliber dan de 275 GTB/4. Net als de Urraco was het een klein modelletje dat zelfs met spaar-motor leverbaar was. Het verkooppatroon van de Merak is vergelijkbaar met dat van de Urraco: de 2-liter versie werd haast niet verkocht (óók wegens de korte levertijd, net zoals bij de Urraco het geval was), de gulden middenweg werd het beste verkocht. De snelste versie, in dit geval de SS, zat er tussenin. Deze was overigens net zo krachtig als de Urraco P250, 220 pk. De Merak is al helemaal "reasonably priced", want voor tussen de tien en twintigduizend (!) euro zou je er eentje kunnen hebben. Dat is fors minder dan wat je voor een Citroën SM betaalt, die er technisch heel veel op lijkt. Die mag dan wel luxer en groter zijn, maar er zijn er wel véél meer van gebouwd. De technische gelijkenissen geven al meteen aan dat het de moeite waard is te zoeken naar een ècht goed exemplaar, want het reviseren van de V6 kost net zo veel als een compleet exemplaar. Vind je de Merak wel erg mooi, maar toch iets te braaf met dat V6'je, dan kun je een Bora overwegen. Niet alleen Volkswagen heeft de naam gebruikt, Maserati was vroeger óók erg into "wervelwinden" (zie ook Mistral en Ghibli). De Bora is technisch nog steeds vergelijkbaar met de Merak, want de V8 motoren van respectievelijk 4,7 en 4,9 liter (335 pk!) waren van een vergelijkbaar design.

Reacties op dit artikel


Stem nu voor de spot van de dag