AG Cursus: Ferrari typeaanduidingen

  • Loki
  • 08-10-2007 10:54
  • 3642
  • 0

AG Cursus: Ferrari typeaanduidingen

Laatst had ik een discussie met iemand over wat Ferrari nou precies bedoelt met de eerste drie getallen in zowat al hun modelnamen. Wellicht dat de meesten wel beter weten, maar ik heb altijd gedacht dat die het aantal cc's per cilinder aangeven. Dat dit bij nieuwere modellen niet meer zo werkt, daar had ik eigenlijk nooit bij stilgestaan. Van het een kwam het ander, met als resultaat deze cursus 'Ferrari typeaanduidingen'!

Laten we bij het begin beginnen. De eerste echte Ferrari, met uitzondering van de Tipo 815, droeg de naam 125 S. Wat ik altijd dacht klopt deels, maar dan voornamelijk voor de oudere Ferrari's. 125 staat hier voor de motorinhoud per cilinder, namelijk 125 cc. Vermenigvuldigd met het aantal cilinders (8) geeft dit een totaal van 1500 cc. Tot en met de recentere 400/412 (niet te verwarren met de veel oudere 400 Superamerica) en zelfs de 456 modellen gaat dit op. Andere voorbeelden zijn de 166 S, de legendarische 250 modellen en de 275, 340 en 375 serie.

Eind jaren 70 en begin jaren 80 kwam Ferrari met V6- en V8 modellen op de markt. Eerst was er de Dino, en later de alom bekende 208/308, 328 en 348. Dit zouden trouwens best reële waarden kunnen zijn voor de inhoud per cilinder, ware het niet dat het nu toch anders zit: de eerste twee getallen geven de motorinhoud aan en de laatste staat voor het aantal cilinders. Bij de Dino 246 hebben we het dus over een 2.4 liter V6, en bij de 328 over een 3.2 liter V8. Dit principe gaat trouwens ook op voor de legendarische 288 GTO en ongeveer hetzelfde voor de boxer-modellen van Ferrari, waarvan de bekendste de 512 reeks is. 512 staat hier voor 5 liter inhoud, verdeeld over 12 cilinders. Ook de 612 Scaglietti heeft zijn aanduiding hieraan te danken; je raadt het al, een 6 liter V12 (enorm afgerond, dat wel). Dan nog kort de F355, die logischerwijs F358 had moeten heten, maar genoemd is naar motorinhoud (3.5) en het aantal kleppen per cilinder, 5 dus.



De nieuwere V8 modellen 360 en F430 ontbreken in bovenstaand overzicht om de volgende reden. Na het aantal cc's per cilinder en inhoud plus aantal cilinders duidt Ferrari zijn modellen nu ook aan met de totale motorinhoud. Helemaal nieuw is dit systeem overigens niet; een aantal Superamerica modellen uit de jaren 60 en 70 werd ook zo aangeduid, zoals de eerder genoemde 400 Superamerica met 4 liter motor. Zijn voorloper, de 410 Superamerica, werd echter wel met inhoud per cilinder aangeduid. Snapt u het nog? Bijna alle moderne Ferrari's worden aangeduid met de totale motorinhoud. Zo heeft de F430 een 4.3 liter motor, de 550 en 575 respectievelijk 5.5 en 5.7 liter. Bij de 599 GTB neemt Ferrari het heel letterlijk, de officiële inhoud bedraagt namelijk 5999 cc.



Zo, dat waren de getallen. Er zijn overigens nog wat uitzonderingen, waaronder de F40 en F50, maar waarom die zo heten had een deel van je opvoeding moeten zijn. Naast de drie getallen gebruikt Ferrari ook letters om het type of de uitvoering aan te duiden. Bekende voorbeelden zijn GTO, GTB en BBi. Wat dit precies inhoudt zal nu uitgelegd worden.

Laten we wederom de draad bij het begin oppakken met de 125 S, 166 S, 195 S en de eerste van de bekende 250 reeks, de 250 S. De letter S staat hierbij voor Sport, niet echt ingewikkeld dus. Het waren echter wel allen volbloed raceauto's. Van de 166 verscheen later nog een straatversie, de 166 Inter. Een minder bekend toevoegsel welke refereert aan een Scuderia Inter en zijn overwinningen in de 166 S. Bij de 250 serie wordt het pas leuk, want het aantal versies is niet op twee handen te tellen. Na de hierboven genoemde 250 S was er de 250 MM, en later de bekendere GT's en natuurlijk de GTO. MM staat voor Mille Miglia, de bekende endurancerace die in de eerste helft van de vorige eeuw in Italië werd gehouden. De 250 GT kent veel varianten, waaronder de Coupé Pininfarina, Berlinetta SWB, California Spider en Europa. GT, misschien wel de bekendste toevoeging in de automobielwereld, staat voor Gran Turismo. Deze aanduiding werd gebruikt voor de eerste echte straatversies van de 250 serie, dus snelle en sportieve maar toch comfortabele auto's met de motor voorin en aandrijving op de achterwielen. Een recenter voorbeeld is de 456 GT, later de 456M GT. De M staat voor Modificato (of Modificata), ofwel een doorontwikkeling van het voorgaande model. Deze M vinden we trouwens ook terug bij andere modellen als de 575M, opvolger van de 550 Maranello, en F512M, opvolger van de 512TR. Van SWB zullen de meesten wel weten wat het betekent, net als LWB, namelijk Short en Long Wheel Base.



De aanduiding GT kent overigens nog vele aanvullingen, waarvan een aantal al de revue gepasseerd zijn. De bekendste zijn GTB, GTC, GTE, GTL, GTO en GTS. Laten we met GTO beginnen. De O hierin staat voor Omologato, wat gehomologeerd betekent. De 288 GTO bijvoorbeeld is een exclusief homologatie-model gebaseerd op de 308 GTB. GTB op zijn beurt staat voor Gran Turismo Berlinetta. De opvolger van de Maranello kent bijvoorbeeld ook deze toevoeging: 599 GTB. Berlinetta is een bekende Ferrari term, en geeft aan dat er een dak op zit. De tegenhanger is GTS, waarbij de S staat voor Spider, een cabriolet dus. Bij de nieuwere modellen, vanaf de 348, wordt overigens meer targa bedoeld dan een echte spider. Neem bijvoorbeeld de 328 GTS en F355 GTS. Deze B en S vinden we ook terug bij de eerste 348 serie, in de vorm TB en TS. De T hierin staat nu niet voor Turismo, maar voor Transversale. Dit heeft te maken met de manier waarop de versnellingsbak ten opzichte van de motor geplaatst is, namelijk transversaal ofwel dwars erop. Dit geldt ook voor de Mondial T, niet zo verwonderlijk aangezien er onderhuids veel overeenkomsten zijn met de 348. De herziene serie 348's heeft wel weer gewoon GTB en GTS op het eind.



Blijven over GTC, GTE en GTL. Ferrari gebruikt GTC eigenlijk op twee manieren, namelijk voor coupés en raceversies van straatauto's. De C staat hierbij of voor Coupé, of voor Competizione. De 330 GTC en 365 GTC/4 zijn beide Gran Turismo Coupés (waar 4 op het aantal zitplaatsen slaat), terwijl de C in 575 GTC voor Competizione staat. De aanduiding GTE is maar zelden gebruikt. Voorbeelden zijn de 250 GTE en de extreem zeldzame F40LM GTE. In het geval van de F40 staat de E voor Evoluzione. Waar hij bij de 250 voor staat is helaas onduidelijk. Het betreft in ieder geval het eerste 2+2 volumemodel van Ferrari. GTL, ook wel geschreven als GT/L, werd gebruikt om aan te geven dat het een luxer uitgevoerde versie betrof. De L is van Lusso, wat luxueus betekent in het Italiaans. Vaak wordt het ook 'dubbel' aangegeven, dus GT/L Lusso. Dan missen we er eigenlijk nog twee; ten eerste GTA, gebruikt voor de automatisch schakelende versie van de 456, met de A voor Automatic. Als laatste nog de toevoeging GTZ, gebruikt door ontwerper Zagato voor zijn versie van de 575.

We laten de GT's voor wat ze zijn, en schakelen over op de boxer Ferrari's. Voor de volledigheid, een boxermotor is een V-motor met een blokhoek van 180°, plat dus. De bekendste is de 512 reeks, bestaande uit de 512 BB en BBi. Minder bekend is de 365 GT4 BB, met 12 maal 364 cc motorinhoud. BB staat voor Berlinetta Boxer. Later kreeg de 512 BB injectie in plaats van carburateurs, en BB werd BBi. Dezelfde i komt ook voor bij de 308 GTBi en GTSi. De Ferrari 512 BBi werd opgevolgd door de Testarossa, die na een grondige update verder door het leven ging als 512TR. TR is de korte versie van, je raadt het al, Testa Rossa. Deze aanduiding werd door Ferrari eerder al gebruikt voor racewagens als de 250 Testa Rossa en opvolger 250 TR, maar voor het eerst bij de 500 TR uit 1954.



We gaan verder met nog wat minder vaak voorkomende typeaanduidingen. Zo is er de toevoeging P die voor Prototype staat. Voorbeelden zijn de 250 P, 330 P en 412 P; allen volbloed raceauto's. Een recent voorbeeld is de in 2005 onthulde P4/5, waarbij de Enzo als basis is gebruikt. Het ontwerp is gebaseerd op de oudere P racers waaronder de 330 P3. Dan is er nog de toevoeging LM, voluit Le Mans. Ferrari's met deze toevoeging zijn in het algemeen ontworpen om deel te nemen aan de gelijknamige endurancerace. Zo is er de 250 LM, een doorontwikkeling van de 250 P, en bedoeld voor de verkoop. Andere voorbeelden zijn de F40LM, 512 BB LM en ga zo maar door. Ten slotte nog de afkortingen QV en SS, terug te vinden in respectievelijk Mondial QV en 308 GTS QV, en 348 SS. QV staat voor quattrovalvole (zo staat het eigenlijk ook achterop de auto), ook wel vier kleppen in plat Nederlands. Vier kleppen per cilinder dus, in plaats van twee. SS in 348 SS staat voor Serie Speciale. Het was de eerste, maar wel gelimiteerde en niet in Europa verkochte, doorontwikkeling van dit model.

Zo. Het belangrijkste hebben we hiermee wel gehad. Natuurlijk zijn er nog meer typeaanduidingen, maar vaak laten die weinig te wensen over. Turbo, cabriolet of 2+2 bijvoorbeeld. In ieder geval bedankt voor de aandacht en wellicht tot de volgende keer.

Reageer!

Loki

Reacties op dit artikel


Stem nu voor de spot van de dag