De aankondiging van de nieuwe Mercedes-AMG E 63 S bewees het maar weer eens: het lijkt niet op te kunnen met de vermogens bij de merken in ons buurland. Vermogens van meer dan 600 pk in auto’s die je ook kunt gebruiken voor de dagelijkse boodschappen lijken tegenwoordig haast gemeengoed. Om even in perspectief te plaatsen hoe krankzinnig die grens eigenlijk is, gaan we even terug naar 2002.
2002 was namelijk het jaar dat de RS6 C5 geïntroduceerd werd. Audi zette met deze auto feitelijk de toon in de markt van de powerstations. Een biturbo-V8 met 450 pk en 560 nm in een relatief onopvallende auto was een formule die aansloeg, want van de RS6 C5 zijn maar liefst 8.081 exemplaren geproduceerd. Toentertijd was 450 pk echt een behoorlijke klap vermogen. Als we even kijken naar wat er in 2002 nog meer op de markt kwam, valt daar direct de Ferrari Enzo op. De Enzo (V12; 660 pk) behoorde toen tot de absolute top.
Fast forward naar 2016, en wagens als de RS6 en de E 63 hebben al bijna evenveel vermogen als de Enzo toen had. Ik vind het best bizar om te bedenken dat onze referentiekaders in 14 jaar zo zijn verschoven. Toch vind ik de RS6 C5 nog steeds echt een pareltje. Het design is vrij tijdloos en ongecompliceerd, zonder al te veel dikdoenerij. Jammer genoeg is hij daardoor ook vrij geliefd bij het dievengilde...