Exotisme: schijn en zijn

  • Sander
  • 10-05-2007 14:27
  • 2790
  • 0

Exotisme: schijn en zijn

Het is treurig gesteld met de exclusiviteit van een aantal merken die nochtans ooit de crème de la crème van de auto-industrie vormden. Net voor de Tweede Wereldoorlog bracht Alfa Romeo bijvoorbeeld de 8C 2900 op de markt, een wagen die evenveel kostte als een handvol (!) Rolls-Royces uit die tijd. De wagen is zo mooi dat hij direct in het Antwerpse Middelheimbeeldenpark binnen zou kunnen rijden, om vervolgens opgenomen te worden in de permanente collectie. Het vervolg van het verhaal kent jammer genoeg iedereen. Laten we eens kijken welke merken zichzelf nog zoal in de vernieling aan het rijden zijn qua verloren exclusiviteit.


Mercedes SSK "Trossi". Waarde: vele miljoenen.


Mercedes A-Klasse. Waarde: een héél klein beetje, als je 'm op tijd verkoopt.


Alfa 8C 2900 B Lungo. Waarde: minstens 2 miljoen euro.


Alfasud. Waarde: informeer eens bij de schroothandel.


Talbot-Lago T150C Figoni- Falaschi Teardrop. Waarde: 2.5 miljoen euro "and counting".


Talbot 1510 GL ... Waarde: ik dacht het niet!

U voelt 'm al komen: het is treurig gesteld met de exclusiviteit van een aantal merken die nochtans ooit de crème de la crème van de auto-industrie vormden. Net voor de Tweede Wereldoorlog bracht Alfa Romeo bijvoorbeeld de 8C 2900 op de markt, een wagen die evenveel kostte als een handvol (!) Rolls-Royces uit die tijd. De wagen is zo mooi dat hij direct in het Antwerpse Middelheimbeeldenpark binnen zou kunnen rijden, om vervolgens opgenomen te worden in de permanente collectie. Na de oorlog verwerd Alfa langzaam tot een massaconstructeur, die buiten esthetische pareltjes als de Spider uit 1966 of de 156 vooral treurig gelijnde, en eigenlijk kwalitatief ook heel middelmatige wagens ineendraait.

Ook Mercedes verloor na de oorlog veel van z'n pluimen; tot ergens in de jaren '80 fonkelde de ster nog wat na, maar sinds Mercedes definitief mikte op massaproductie "“ ongeveer vanaf de komst van de vierdeurs 190 in 1982 - herinneren enkel bejaarden zich dat je bij de producent ooit rijdende kunstwerken genre 300 SL of de SE kon kopen.

Het merk staat nu voor: degelijk en een beetje chic, maar het durft het toch niet aan om heel exclusieve types als de McLaren SLR of de Maybach onder eigen naam uit te brengen; die dingen geraken nu al matig over de toonbank, en met een Mercedes-badge zou ongeveer niemand er echt in geïnteresseerd zijn.

Wat bepaalt nu precies dat magische aura? Op Autogespot gebruiken de beheerders criteria als prijs en exclusiviteit: een Cayman uploaden kan bijvoorbeeld niet, maar een Cayman S wel, want die is duurder. Nochtans kan de prijs niet de enige factor zijn, want er rijden spotwaardige TVR's rond die een eind goedkoper zijn de sommige Mercedes S-Klassen, en die laatste mogen dan weer niet op de site. De tweede bepalende factor zijn dan ook "“ zoals ik eerder al suggereerde - de productieaantallen.

Dat brengt me meteen op het eigenlijke onderwerp van dit stukje: hoe ver kan een merk anno 2007 gaan in zijn productieaantallen voordat het de zweem van magie die elke exoot omringt verliest? Of, omgekeerd: zijn er merken die mikken op extreem lage productieaantallen, en hoe houden die de boel dan rendabel?

Een merk dat naar mijn gevoel tegen hoog tempo bezig is z'n exclusiviteit te verliezen is Bentley; het Volkswagen-concern is met deutsche Gründlichkeit volop bezig de laatste euro uit het merk te wringen. Niets aan de hand, zeggen sommigen: wat maken behoorlijk grote productieaantallen - rond de tienduizend per jaar "“ uit als de wagen kwalitatief prima is? Bentley zelf geeft echter aan dat dat laatste toch wat gevaarlijk is: het nieuwe model Brooklands, een soort Azure Coupé, wordt maar 550 keer gemaakt. Echt héél winstgevend kan je dat laatste niet noemen. De hele V8-reeks (Azure, Arnage, Brooklands) zal trouwens qua opbrengst totaal niet opwegen tegen de W12-modellen, en toch blijft men ze bouwen. Ik heb daar maar één verklaring voor: Bentley probeert een compromis te vinden tussen rendabiliteit en exclusiviteit, omdat voor hen het ene niet zonder het andere kan: wie zal er binnen tien jaar nog een Bentley kopen als je er bv. in Londen nu al letterlijk eentje op iedere straathoek vindt? Toch zeurt het moederconcern de Bentleybazen naar het schijnt de oren van de kop voor een Bentley-versie van de Audi Q7 of de Touareg, maar die houden de boot tot hiertoe nog af. We zullen zien hoe het uitdraait... De volgende foto doet bij mij alvast geen pijn meer:


Voor het andere uiterste moeten we ook over het Kanaal zijn: bij Bristol. Een bedrijf dat opzettelijk géén vertegenwoordigers heeft, géén reclame voert, niemand toelaat de wagens te testen en zelfs nauwelijks technische gegevens of prijzen meedeelt, al is er wel een site met wat info. De weinige journalisten die via particulieren toch een auto te pakken krijgen, zijn nogal honend over de kwaliteit: er komen rare geluiden van alle kanten, en de wagen ziet er ook niet uit alsof hij evenveel kost als twee dikke Mercedessen. Maar er is in Engeland wel een vast, erg trouw publiek. En ik moet toegeven: toen ik vorige zomervakantie in de buurt van Goodwood logeerde om het Festival of Speed te bekijken, maakten het diepe V8-geroffel van de wagens en de présence van de eigenaars in kleurige Bond Street-zomerkledij echt wel indruk op me.



Hetzelfde geldt voor Morgan: de eigenaars discussiëren met elkaar over hoe ze de boktor en andere bugs die in de houten structuur kruipen kunnen bestrijden, maar blijven de klassieke modellen wel kopen. En het hoeft niet allemaal kommer en kwel te zijn: ook een merk als Ferrari stopt op tijd met de productie van een bepaald model, zelfs als het heel succesvol is, zoals bij de 355 of 360. Het weigert ook de jaarproductie op bv. Bentleyniveau te krikken, al zou dat natuurlijk winstgevender zijn. Een nieuwe versie van de tamelijk goedkope Dino 246 komt er dan waarschijnlijk ook niet.

Ten slotte nog even een "“ onvolledig! "“ lijstje van merken die ooit tot de absolute top behoorden, maar nu afgedaald zijn tot mainstreamniveau, al zullen aandeelhouders en werknemers dat niet zo erg vinden. Het gaat dan wel om merken die ná de opkomst van Henry Ford en zijn massaproductie nog exclusief waren, want anders zou de lijst schier eindeloos worden. De merken met een sterretje hebben nu nog een heel exclusief imago, maar zullen dat door hun huidige politiek snel kwijtgeraken, en ergens op Mercedes-niveau belanden. Merken die gewoon verdwenen zijn, en dat zijn er honderden (Delage, Facel, Hispano-Suiza, Isotta Fraschini, etc. ) neem ik gewoon niet op.

Alfa Romeo "“ Aston-Martin* - Audi (stamt af van ondermeer het legendarische "Horch") - Bentley* - Cadillac "“ Lamborghini* - Lancia "“ Mercedes-Benz "“ Porsche "“ ...

Het is aan de constructeurs zelf om het lijstje niet langer te laten worden!

Tom Da Man

Reageer!

Reacties op dit artikel


Stem nu voor de spot van de dag