In deze nagelnieuwe serie nemen we de tien meest sensationele modellen van één merk per aflevering onder de loep: de 5 met de hoogste nieuwprijs en natuurlijk ook 5 exemplaren met de hoogste dagwaarde. Daarbij kun je bij de tweede categorie erg bizarre veilingresultaten verwachten, en het zal je nog verbazen om welke modellen het gaat. We beginnen met één van de meest legendarische merken ter wereld, een merk dat zeker niet ten onrechte vaak genoteerd staat in de lijst met duurste auto's en tevens duurst geveilde auto's! Part one: Ferrari!
5. Ferrari 250 LM '65
Op de vijfde plek plaatsen we deze 250 LM, hoewel nergens staat dat deze daadwerkelijk op de vijfde plaats staat. Maar aangezien het één van de meest legendarische modellen ooit is, en ruim 2,4 miljoen Zwitserse franken (€1.465.246) best veel geld is, nemen we genoegen met dit belangrijke model. Deze auto werd gebouwd van 1964 en 1966 en is daarmee de laatste van de 250 reeks. Maar is het eigenlijk wel een 250? Achterin ligt namelijk geen 3,0 liter V12 maar een opgeboord blok dat 3,3 liter meet. Daarmee is het dus eigenlijk een 275, de opvolger van de 250. De auto was bedoeld voor wie echt wilde racen met de auto's, waar de meeste Ferrari's toch gewoon uitsluitend personenauto's zijn. Aangezien er maar 32 van zijn gemaakt en de FIA beter op homologatie-trucjes was gaan letten sinds de 250 GTO mocht de auto niet meedoen in de GT klasse. Wel in Le Mans, waar de auto een prijs in de wacht sleepte. De auto komt voort uit de behoefte om de GT klasse te kunnen blijven bijhouden, waar de 250's eigenlijk al verouderd waren. Eigenlijk een beetje loos aangezien de auto alleen gehomologeerd werd voor de prototype-klasse. Dat model was er immers al een decennium. Op basis van de 250 P kwam de 250 LM, in wezen was alleen het dak erbij gekomen. Eigenlijk op basis van de 275 P, want, zoals eerder vermeld, ligt er een 3,3 liter V12 in de 250 LM en niet de 3,0 liter versie. Dit blok zien we ook terug in de 275 GTB-achtigen, ook vrij kostbaar maar zeker niet geschikt voor deze lijst. Deze lijst is voor de echte top.
4. Ferrari 410 Sport '56
Mocht je de naam van het model horen, dan verbaast het me niet veel in het geval dat je er nauwelijks een beeld bij hebt. 410 is geen erg bekende serie, ook geen grote serie, en des te meer een zeldzame en gezochte serie. Aanvankelijk krijg ik wat te zien van een grote coupé uit de jaren '50, met de extensie 'Superamerica', voor mensen die een 250 maar een beetje standaard vonden, en voor de mensen die vasthielden aan 'there's no replacement for displacement'. Juist ja, de Amerikanen. Want waar de 250's werden uitgerust met een bescheiden 3 liter V12, lag hier een V12 in van maar liefst vijf liter! Om to the point te komen: deze forse motor lag ook in de 410 Sport, een auto die afgezien van de motor volledig anders was dan de Superamerica.
De 410 Sport werd in 1956 ingezet in 1000 km van Buenos Aires aangezien de Carrera Panamericana van dat jaar was geannuleerd. Met een vermogen van rond de 380 pk was deze vreselijk snel, de auto woog dan ook maar 1.200 kilo, massa die voornamelijk uit de grote V12 voorin bestond. Dit was een doorontwikkeling van het bekende blok dat ontworpen was door ingenieur Lampredi, die verantwoordelijk was voor met name motoren van raceauto's. Later kwam het blok in de Ferrari 500 Superfast, de allersnelste personenauto die Ferrari destijds te bieden had doch niet bijzonder kostbaar is op het moment.
Het geveilde exemplaar heeft een goed gedocumenteerde geschiedenis, er werd bijvoorbeeld al genoemd dat de auto de 1000 km van Buenos Aires heeft gereden, net als één van de andere 2 exemplaren. In totaal zijn er vier gebouwd, waarvan één dichte versie die van een bekende verzamelaar in Nederland is. Het exemplaar waar het hierom gaat heeft serienummer 0596CM56, waarbij 0596 het unieke serienummer van deze auto is, CM aangeeft om welke categorie auto het gaat, en 56 het bouwjaar aangeeft. In de beginjaren van zijn leven verbleef de auto in Zweden, waar deze in november 1957 voor $10.500 te koop werd aangeboden en in de collectie van een Amerikaan terecht kwam. De auto werd nog regelmatig ingezet voor races, zoals in mei 1957 in de Mille Miglia, en in elk jaar erop in onder andere Pomona, een evenement in California. In 1959 en 1960 werd de auto weer eens te koop aangeboden, ditmaal voor slechts $9.000. In 1995 werd de auto voor 2,1 miljoen dollar verkocht aan een Japanner, en later in de jaren '90 werd de auto nog twee keer doorverkocht voor steeds ongeveer $3,5 miljoen. In 2001 werd de auto verkocht voor maar liefst 3,8 miljoen dollar aan een Amerikaan. Inmiddels is de auto alweer verkocht voor een nog onbekend bedrag, maar woont nog steeds in de VS. In begin 2007 was de auto te zien bij de 16de editie van Cavallino Classics.
Dit was de korte introductie van deze nieuwe serie, binnenkort zal de top drie verschijnen van deze uitzonderlijke Ferrari's!